Einde inhoudsopgave
Besluit leaseregeling, goed koopmansgebruik
2.1 Verduidelijking begrippen leaseregeling
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 66228 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-166072)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2019, Stcrt. 2019, 66228 (uitgifte: 20-12-2019, regelingnummer: 2019-166072)
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Verhaalsrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
In dit onderdeel worden enkele begrippen die in onderdeel 2.2 worden gebruikt, verduidelijkt.
Fiscale kostprijs: het bedrag waarvoor het leaseobject volgens de regels van goed koopmansgebruik wordt geactiveerd op de balans. Dit houdt in dat alle kosten die samenhangen met de aankoop en de installatie tot het moment waarop het object bedrijfsklaar is, in de kostprijs tot uitdrukking komen. Bovendien betekent dit dat het bedrag wordt aangepast door van derden ontvangen objectsubsidies.
Geschatte economische levensduur: de – bij het sluiten van de leaseovereenkomst – geschatte levensduur waarin het leaseobject verantwoord economisch kan functioneren in het bedrijf van de lessee.
Restwaarderisico: het risico dat het leaseobject na afloop van de vaste leaseperiode meer (positief risico) dan wel minder (negatief risico) waard is dan de vooraf geschatte restwaarde. Met restwaarde wordt bedoeld de reële waarde van het object na afloop van de vaste leaseperiode.
Vaste leaseperiode: de periode waarin de overeenkomst voor de lessee onopzegbaar is. De vaste leaseperiode voor overeenkomsten zonder koopoptie eindigt op het moment dat de lessee het leaseobject zonder nadelige financiële consequenties mag teruggeven. Voor overeenkomsten met een koopoptie eindigt de vaste leaseperiode op het moment waarop de eerste koopoptie kan worden uitgeoefend.