Einde inhoudsopgave
Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen VO
Artikel 7 Vermeende fouten
Geldend
Geldend vanaf 02-06-2018
- Bronpublicatie:
16-05-2018, Stcrt. 2018, 31384 (uitgifte: 01-06-2018, regelingnummer: CvTE-18.00853)
- Inwerkingtreding
02-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2018, Stcrt. 2018, 31384 (uitgifte: 01-06-2018, regelingnummer: CvTE-18.00853)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn.
2.
Degene die in de toets of het beoordelingsmodel een fout of onvolkomenheid meent te hebben geconstateerd kan deze fout aan het College voor Toetsen en Examens meedelen.
3.
Deze mededeling wordt voorgelegd aan de desbetreffende vakcommissie, en indien deze de mededeling als juist aanmerkt, kan de vakcommissie de voorzitter adviseren een beslissing op grond van artikel 10 te nemen.
4.
Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de bepaling van het cijfer voor het centraal examen zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid onder e, van de wet College voor Toetsen en Examens, rekening gehouden.