Einde inhoudsopgave
Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen VO
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
19-04-2022, Stcrt. 2022, 11445 (uitgifte: 29-04-2022, regelingnummer: CvTE-22.00550)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2022, Stcrt. 2022, 11445 (uitgifte: 29-04-2022, regelingnummer: CvTE-22.00550)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
In deze regeling gelden de begripsbepalingen die zijn gegeven in artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en artikel 1.1 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
2.
Voorts wordt in deze regeling verstaan onder:
- •
voorzitter: de voorzitter van het College voor Toetsen en Examens;
- •
vakcommissie: een vakcommissie van het College voor Toetsen en Examens;
- •
opdracht: een vraag of opdracht in een toets;
- •
uitvoering van een opdracht: de wijze waarop een kandidaat een opdracht heeft uitgevoerd en het eindresultaat van die uitvoering;
- •
antwoord: de uitvoering van een opdracht;
- •
opgave: enige bij elkaar behorende opdrachten in een toets die als zodanig zijn aangemerkt;
- •
praktische toets: het in artikel 3.26 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 genoemd praktische gedeelte van het centraal examen v.m.b.o., onderscheiden in een cspe (centraal schriftelijk en praktisch examen) voor de beroepsgerichte vakken en een cpe (centraal praktisch examen) voor de beeldende vakken;
- •
tweede examinator: de door de directeur aangewezen medebeoordelaar van een examentoets.