Rb. Midden-Nederland, 19-02-2020, nr. NL19.10008
ECLI:NL:RBMNE:2020:1439
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
19-02-2020
- Zaaknummer
NL19.10008
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2020:1439, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 19‑02‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 19‑02‑2020
Inhoudsindicatie
Schade door hagelstenen uit supercell van 23 juni 2016. Geen dekking onder verzekering. Tussenpersoon aansprakelijk gesteld. Afwijzing.
Partij(en)
VONNIS
_
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht Zittingsplaats Utrecht
zaaknummer: NL19.10008
Vonnis van 19 februari 2020
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser, hierna te noemen: [eiser] , advocaat Th.S.A. Berkhout te Deurne,
tegen
de commanditaire vennootschap
AON NEDERLAND C.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster, hierna te noemen: AON, advocaat W.A.M. Rupert te Rotterdam.
1. Het verloop van de procedure
1.1.
[eiser] heeft een procesinleiding met 20 bijlagen aan AON betekend en later in de procedure nog een expertiserapport van Nederlands Contra Expertise en Taxatie Bureau overgelegd. AON heeft een verweerschrift en 12 producties in het geding gebracht.
1.2.
Op 27 november 2019 zijn ter zitting verschenen: de heer [eiser] ,
mr. Berkhout, diens kantoorgenoot mr. G.R.A.G. Goorts, en namens AON: mevrouw [A] , directeur juridische zaken en de advocaten mr. P.C. Knijp en mr. M.M.P. van Rede. Mr. Berkhout heeft spreekaantekeningen voorgedragen en overgelegd. De griffier heeft van het besprokene aantekeningen gemaakt.
1.3.
Daarna is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[eiser] heeft een melkveebedrijf in [woonplaats] . Hij heeft via de rechtsvoorganger van AON, [assurantiekantoor] , bij Interpolis een Bedrijven Compact Polis Agrarisch afgesloten ten behoeve van zijn bedrijf.
2.2.
Op 23 juni 2016 is [woonplaats] getroffen door een zogenaamde supercell, het zwaarste type onweersbui dat kan voorkomen. Deze supercell ging gepaard met zeer zware
windstoten en extreem grote hagelstenen. Deze hagelstenen hebben op veel plaatsen de golfplaten daken van de bedrijfsgebouwen van [eiser] doorboord, waardoor grote schade is ontstaan.
2.3.
In de op dat moment tussen partijen geldende verzekeringsvoorwaarden, versie 5.4 van januari 2015, is het volgende opgenomen:
“Hoofstuk 1: Gebouwen
Paragraaf 1 Brand, storm (…)
Omvang van de verzekering
De verzekering dekt schade aan gebouwen die volgens het verzekeringsbewijs verzekerd zijn op deze voorwaarden, als de schade is ontstaan door:
(…)
Storm, tenzij de schade is ontstaan aan gebouwen die aan drie of meer zijden open zijn. … Onder schade door storm verstaan wij niet de schade die tijdens de storm door de inslag van hagel is ontstaan.”
2.4.
[eiser] had geen afzonderlijke verzekering voor hagelschade afgesloten. Interpolis heeft om die reden dekking van die schade geweigerd. De voorzieningenrechter van de rechtbank te Rotterdam heeft op 4 november 2016 geoordeeld dat Interpolis terecht dekking heeft geweigerd. Op 5 september 2017 is dit vonnis in hoger beroep door het Gerechtshof Den Haag bekrachtigd.
2.5.
[eiser] heeft AON aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt als gevolg van de weigering van de dekking door Interpolis.
3. Het geschil
3.1.
[eiser] vordert - samengevat - veroordeling van AON tot betaling van
€ 64.383,09 aan schadevergoeding, plus rente en kosten. Hij verwijt AON dat hij niet verzekerd bleek te zijn voor hagelschade aan zijn bedrijfsgebouwen, terwijl [assurantiekantoor] /AON als assurantietussenpersoon de taak had te zorgen voor een passende verzekering. Zij hebben hem er echter nooit op gewezen dat de verzekeringsvoorwaarden van Interpolis naast de categorieën schade door brand en storm een aparte categorie kenden voor schade door hagel. De relatiebeheerder van [assurantiekantoor] heeft hem voor het laatst bezocht in 2011-2012 in verband met een bijgebouwde stal, maar toen is aangegeven dat de verzekering nog steeds voldoende was. Bij een overstap naar een andere assurantietussenpersoon, [adviesbureau] , in 2017 bleek echter dat hij was onderverzekerd. Daaruit blijkt volgens [eiser] dat AON niet heeft gezorgd voor een passende verzekeringsdekking. Bovendien geldt dat Interpolis na 2014 de verzekeringsvoorwaarden heeft gewijzigd in die zin, dat zij de dekking heeft beperkt: schade die tijdens een storm door de inslag van hagel is ontstaan is toen alsnog van dekking uitgesloten. Daarover had AON hem moeten informeren. AON heeft nagelaten om hem op de risico’s te wijzen en hem voor te houden dat een aparte hageldekking kon worden ingekocht. In dat geval zou hij zijn bedrijfsgebouwen ook voor hagelschade hebben laten verzekeren. Gelet op deze omstandigheden is AON volgens [eiser] toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, zodat zij aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de hagelinslag op 23 juni 2016.
3.2.
AON voert primair als verweer aan dat zij als redelijk bekwaam en redelijk handelend verzekeringsadviseur heeft gehandeld en dat zij om die reden niet aansprakelijk is, subsidiair beroept zij zich op eigen schuld aan de zijde van [eiser] . Ook de omvang van de schade wordt door AON betwist.
4. De beoordeling
4.1.
In de procesinleiding is de vordering ingesteld tegen AON [assurantiekantoor] B.V. In het verweerschrift heeft AON aangegeven dat de vordering had moeten worden ingesteld tegen AON Nederland C.V. en verzocht de procedure op naam van deze laatstgenoemde rechtspersoon voort te zetten. [eiser] heeft hiermee ingestemd, hetgeen in de kop van dit vonnis tot uiting is gebracht.
4.2.
Bij de beoordeling van de vraag of AON is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen is de maatstaf de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend verzekeringsadviseur mag worden verwacht. Dit houdt in dat sprake moet zijn van een passende verzekering. De rechtbank is het dan ook met AON eens dat "goed verzekerd zijn" niet betekent dat voor alle mogelijke risico’s een verzekering moet worden geadviseerd. Het moet gaan om het verzekeren van reële risico’s. De enkele omstandigheid dat er al enkele jaren geen verzekeringsadviseur meer was langsgeweest of dat er nooit verschillende polissen aan [eiser] zijn voorgehouden, brengt op zich niet mee dat [assurantiekantoor] /AON tegenover [eiser] is tekortgeschoten. De vraag waar het hier om gaat is slechts of hagel een dusdanig risico vormde dat hiervoor een verzekering moest worden geadviseerd (waarbij ook voldoende vast moet komen te staan dat [eiser] dit advies zou hebben opgevolgd). Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet het geval. Daartoe wordt het volgende overwogen.
Het had [eiser] duidelijk moeten zijn dat hij niet voor hagelschade verzekerd was
4.3.
[eiser] stelt dat in de besprekingen die in het verleden tussen hem en [assurantiekantoor] hebben plaatsgevonden nooit over risicocategorieën is gesproken. Hij zou er nimmer op gewezen zijn dat er verschillende dekkingen zijn in verband met hagel, brand en storm. Voor zover dit al juist zou zijn gaat de rechtbank daaraan voorbij. [eiser] heeft niet gesteld dat de polisvoorwaarden vóór de aanpassing van 2015 zijn gewijzigd. De rechtbank gaat daarom tot de wijziging van 2015 uit van de dekking zoals die is omschreven in versie 5.3 van de polisvoorwaarden van januari 2014. Uit die polisvoorwaarden blijkt duidelijk dat hagelschade (ook toen al) niet onder stormschade viel. Naast de categorie "1) brand, storm gebouwen" wordt immers als aparte categorie vermeld "6) hagel bedrijfsgebouwen", en wel aldus:
- 1.
brand, storm gebouwen;
- 2.
inbraak, diefstal, water en overige gevaren bedrijfsgebouwen;
- 3.
inbraak diefstal, water en overige gevaren woningen;
- 4.
opsporing breuk en defect waterschade woningen;
- 5.
ruitbreuk woningen;
- 6.
hagel bedrijfsgebouwen.
Daarbij zijn de categorieën ("brand, storm", "hagel") in een veel groter lettertype dan de rest van de tekst aangeduid, zodat reeds bij het globaal doornemen van de polisvoorwaarden duidelijk is dat hagelschade als een aparte te verzekeren categorie is vermeld. [eiser]
stelt dat hij niet deskundig was op het gebied van verzekeringen, maar dat vindt de rechtbank niet van belang: van hem mag ook als kleine ondernemer op zijn minst enige mate van oplettendheid worden verwacht. Ook hij had dus reeds bij het globaal doornemen van de polisvoorwaarden behoren te zien dat hagelschade apart verzekerd moest worden. Hij kon dus niet menen dat hij daarvoor wél verzekerd was.
Was sprake van wijziging of van verduidelijking van de polisvoorwaarden?
4.4.
[eiser] verwijt AON dat zij niet met hem heeft gecommuniceerd dat Interpolis na 2014 de brand/stormdekking heeft gewijzigd. Volgens hem blijkt die wijziging uit de toevoeging in de polisvoorwaarden (versie 5.4 van 2015) bij de risicocategorie "Brand, storm" van de bepaling "Onder schade door storm verstaan wij niet de schade die tijdens de storm door de inslag van hagel is ontstaan" (onderstrepingen conform de originele tekst). Uit hetgeen hiervóór is overwogen volgt dat daarbij de dekking niet is gewijzigd maar - zoals AON ook stelt - slechts verduidelijkt.
4.5.
Overigens is ook het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in zijn arrest van 17 september 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:7566) tot dezelfde conclusie gekomen. Het ging in die zaak om dezelfde polisvoorwaarden als in deze zaak.
De golfplaten daken van [eiser] zijn bestand tegen normale hagelbuien
4.6.
De golfplaten daken van [eiser] zijn kennelijk in staat om normale hagelstenen te weerstaan zonder noemenswaardige schade. Dit blijkt uit het feit dat [eiser] in de ongeveer 26 jaar dat hij verzekerd is geweest, nooit schade door hagel heeft geclaimd onder de verzekering. Aangenomen moet worden dat in deze lange periode op zijn minst een aantal malen sprake is geweest van zwaardere hagelbuien. Ter zitting heeft [eiser] weliswaar aangegeven dat ook hagelstenen van een normale doorsnede bij zeer sterke valwinden zoals bij een supercell golfplaten daken kunnen doorboren, maar hij heeft niet gesteld, en dit is ook overigens niet gebleken, dat dit zich ooit heeft voorgedaan.
Een supercell is een zeldzaam en uniek fenomeen
4.7.
Een supercell is een uniek fenomeen dat in Nederland eigenlijk zelden of nooit voorkomt. Vóór 2016 was de laatste keer op 25 juni 1967, toen een supercell de dorpjes Chaam en Tricht trof (daarbij was overigens niet eens sprake van hagel, maar "slechts" van zware tornado's). [eiser] heeft ter zitting nog gesteld dat er nadien ook nog supercells zijn geweest, en wel boven Baexem (in de jaren 90) en Oss (in 2014). AON heeft dit echter betwist en [eiser] heeft dit niet met nadere gegevens onderbouwd. Daarmee heeft hij deze stelling onvoldoende aannemelijk gemaakt. Ook zijn stelling dat AON geacht moet worden op de hoogte te zijn van steeds vaker voorkomende extreme weersomstandigheden door klimaatverandering treft geen doel. [eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat het risico op het ontstaan van supercells door de klimaatverandering is toegenomen. De conclusie is dus dat supercells in Nederland zo zelden voorkomen, dat [assurantiekantoor] /AON hem niet had behoeven te adviseren zich apart tegen hagelschade te verzekeren.
Handelen van andere tussenpersonen
4.8.
Dat andere tussenpersonen vóór 2016 mogelijk wél bedrijven in hun portefeuille hebben geadviseerd om hagelschadedekking bij te kopen, dan wel de hagelschade hebben vergoed nadat zij enkele jaren hun cliënt niet hadden bezocht, is voor de beoordeling van dit geschil niet relevant. Het gaat hier immers om de vraag of AON [eiser] in dit specifieke geval had moeten adviseren om hagelschade mee te verzekeren. Om deze reden gaat ook de stelling van [eiser] , dat (ook) uit het feit dat zijn nieuwe assurantietussenpersoon hem heeft geadviseerd een uitgebreidere dekking te nemen volgt dat [assurantiekantoor] /AON is tekortgeschoten, niet op.
Conclusie
4.9.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat niet kan worden gesteld dat [assurantiekantoor] /AON als redelijk bekwaam en redelijk handelend verzekeringsadviseur [eiser] had moeten adviseren om hagelschade mee te verzekeren, zodat zij ook niet kan worden aangesproken tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade. De vorderingen van [eiser] worden dus afgewezen.
4.10.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van AON worden begroot op:
- -
griffierecht € 1.992,00
- -
salaris advocaat € 2.148,00 (2 punten × tarief IV) Totaal € 4.140,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van AON tot op heden
begroot op € 4.140,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Krepel en in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2020.