RvdW 2012/153
Overeenkomst en derden; tekortschieten onrechtmatig jegens derde?; in aanmerking te nemen omstandigheden van het geval; onbegrijpelijk oordeel. Vrijwaring.
HR 20-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BT7496
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 januari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, G. Snijders
- Zaaknummer
10/02540
- Conclusie
A-G Wissink
- LJN
BT7496
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BT7496, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BT7496, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑05‑2010
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 210
Essentie
Overeenkomst en derden; tekortschieten onrechtmatig jegens derde?; in aanmerking te nemen omstandigheden van het geval; onbegrijpelijk oordeel. Vrijwaring.
Wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractsverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, staat het hem niet onder alle omstandigheden vrij de belangen te verwaarlozen die derden bij de behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben. Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.