Richtlijn 80/181/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 21-12-1979
- Bronpublicatie:
20-12-1979, PbEG 1980, L 39 (uitgifte: 15-02-1980, regelingnummer: 80/181/EEG)
- Inwerkingtreding
21-12-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-1979, PbEG 1980, L 39 (uitgifte: 15-02-1980, regelingnummer: 80/181/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
a)
De Lid-Staten dienen vóór 1 juli 1981 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen; zij stellen de Commissie hiervan in kennis.
Deze bepalingen treden in werking op 1 oktober 1981.
b)
Na de kennisgeving van deze richtlijn dragen de Lid-Staten er voorts zorg voor dat ieder ontwerp van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij overwegen in te voeren op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is, tijdig ter kennis van de Commissie wordt gebracht, ten einde de Commissie de gelegenheid te bieden haar opmerkingen te maken.