Richtlijn 80/181/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 27-05-2009
- Redactionele toelichting
Deze wijziging wordt toegepast vanaf 01-01-2010.
- Bronpublicatie:
11-03-2009, PbEU 2009, L 114 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 2009/3/EG)
- Inwerkingtreding
27-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2009, PbEU 2009, L 114 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 2009/3/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Er is een aanvullende aanduiding in de zin van deze richtlijn wanneer een aanduiding in een eenheid van hoofdstuk I van de bijlage vergezeld gaat van een of meer aanduidingen in eenheden die niet zijn opgenomen in hoofdstuk I.
2.
Het gebruik van aanvullende aanduidingen wordt toegestaan.
3.
De Lid-Staten kunnen evenwel eisen dat de aanduidingen van grootheden op meetmiddelen slechts in één wettelijke meeteenheid worden uitgedrukt.
4.
De aanduiding van de in hoofdstuk I vermelde meeteenheid moet overheersen. In het bijzonder moeten de aanduidingen in meeteenheden die niet in hoofdstuk I voorkomen, worden uitgedrukt in tekens die ten hoogste even groot zijn als die van de overeenkomstige aanduidingen in de meeteenheden van hoofdstuk I.