JWB 2003/486
Schadevergoeding, materiële schade, immateriële schade, onrechtmatige overheidsdaad
HR 19-12-2003, ECLI:NL:HR:2003:AL7053 (onrechtmatige vervolging)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2003
- Zaaknummer
C02/165HR
- LJN
AL7053
- Roepnaam
onrechtmatige vervolging
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AL7053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AL7053, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑2003
- Wetingang
Art. 6:98 BW; art. 6:162 BW
Essentie
Schadevergoeding, materiële schade, immateriële schade, onrechtmatige overheidsdaad
Samenvatting
Casus
Een makelaar werd verdacht van bepaalde misdrijven. Hij is opgepakt en zijn administratie is in beslag genomen. Later blijkt dat het bewijs niet is rond te krijgen en er wordt van verdere vervolging afgezien. De makelaar vordert nu schadevergoeding van de Staat.
Rechtsvraag
1) Hoe ver gaat de plicht tot specificeren van de schade? 2) Hoe wordt bij een verzuim het element 'opzet' meegewogen bij oordeel over aansprakelijkheid van de staat? 3) Hoe moet materiële schade worden vastgesteld als nauwkeurige schatting niet mogelijk is? 4) Wanneer kan immateriële schade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.