Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register
Artikel 59 quater Overdracht van AEA's naar ESR-nalevingsrekeningen
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
13-03-2019, PbEU 2019, L 177 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1124)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2019, PbEU 2019, L 177 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1124)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
Aan het begin van de nalevingsperiode draagt de centrale administrateur een hoeveelheid AEA's gelijk aan de jaarlijkse emissieruimte voor elke lidstaat voor elk jaar zoals vastgesteld in artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) 2018/842 en in de besluiten die zijn aangenomen op grond van artikel 4, lid 3, en artikel 10 van Verordening (EU) 2018/842, uit de EU-ESR-rekening voor de totale hoeveelheid AEA's over naar de relevante ESR-nalevingsrekening.
2.
Indien bij het afsluiten van de ESD-nalevingsrekening van de lidstaat voor het jaar 2020, overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EU) nr. 389/2013, de totale hoeveelheid broeikasgasemissies, uitgedrukt in ton kooldioxide-equivalent, op die ESD-nalevingsrekening groter is dan de som van alle AEA's, internationale kredieten, tCER's en lCER's, wordt een hoeveelheid die overeenstemt met het teveel aan emissies, vermenigvuldigd met de in artikel 7, lid 1, onder a), van Beschikking 406/2009/EG aangegeven kortingsfactor, in mindering gebracht op de hoeveelheid AEA's die overeenkomstig lid 1 van dit artikel voor het jaar 2021 naar de ESR-nalevingsrekening wordt overgedragen.