RvdW 2015/1159
Bewijsmiddelen ontbreken. Hoge Raad doet zaak zelf af. Overschrijding redelijke termijn.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3065
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/05483
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3065, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1503, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2015
Essentie
Bewijsmiddelen ontbreken. Hoge Raad doet zaak zelf af. Overschrijding redelijke termijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 28 oktober 2014, nummer 21/003539-09, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. M.L. Plas, te Bunnik.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 28 oktober 2014 het vonnis van de Rechtbank Almelo, waarbij verzoeker is veroordeeld voor een dertigtal feiten, goeddeels bevestigd. Het Hof heeft de bewezenverklaring van één feit - te weten feit 12 primair “witwassen” – gelet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.