Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/59/EU betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen
Artikel 38 Het instrument van verkoop van de onderneming
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/59/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/59/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten dragen er zorg voor dat afwikkelingsautoriteiten de bevoegdheid hebben het volgende over te dragen aan een verkrijger die geen overbruggingsinstelling is:
- a)
aandelen of andere eigendomsinstrumenten die zijn uitgegeven door een instelling in afwikkeling;
- b)
alle of bepaalde activa, rechten of passiva van een instelling in afwikkeling;
Behoudens de leden 8 en 9 van dit artikel en artikel 85 vindt de in de eerste alinea bedoelde overdracht plaats zonder de toestemming van de aandeelhouders van de instelling in afwikkeling of van derden die geen verkrijger zijn te moeten vragen en zonder te moeten voldoen aan andere procedurele voorschriften van het vennootschaps- of effectenrecht dan die genoemd in artikel 39.
2.
Een overdracht overeenkomstig lid 1 wordt verricht onder commerciële voorwaarden, rekening houdend met de omstandigheden en in overeenstemming met het kader voor staatssteun van de Unie.
3.
In overeenstemming met lid 2 van dit artikel ondernemen de afwikkelingsautoriteiten alle redelijke stappen om voor de overdracht commerciële voorwaarden te bedingen die in overeenstemming zijn met de overeenkomstig artikel 36 verrichte waardering, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak.
4.
Behoudens artikel 37, lid 7, valt elke door de verkrijger betaalde vergoeding toe aan:
- a)
de eigenaars van de aandelen of eigendomsinstrumenten indien de verkoop van de onderneming is uitgevoerd door aandelen of eigendomsinstrumenten die door de instelling in afwikkeling zijn uitgegeven, van de houders van die aandelen of instrumenten aan de verkrijger over te dragen;
- b)
de instelling in afwikkeling indien de verkoop van de onderneming is uitgevoerd door alle of een deel van de activa of passiva van de instelling in afwikkeling aan de verkrijger over te dragen.
5.
Bij de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming mag de afwikkelingsautoriteit de overdrachtsbevoegdheid meerdere malen uitoefenen om aanvullende overdrachten van door een instelling in afwikkeling uitgegeven aandelen of andere eigendomsinstrumenten, dan wel, al naargelang het geval, van activa, rechten of passiva van de instelling in afwikkeling te verrichten.
6.
Na toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming mogen de afwikkelingsautoriteiten, met de toestemming van de verkrijger, de overdrachtsbevoegdheden ten aanzien van activa, rechten of passiva die aan de verkrijger zijn overgedragen, uitoefenen om de activa, rechten of passiva terug aan de instelling in afwikkeling over te dragen, of om de aandelen of andere eigendomsinstrumenten terug aan de oorspronkelijke eigenaars over te dragen, waarbij de instelling in afwikkeling of de oorspronkelijke eigenaars verplicht zijn deze activa, rechten of passiva of deze aandelen of andere eigendomsinstrumenten terug te nemen.
7.
Een verkrijger dient te beschikken over de benodigde vergunning om, nadat de overdracht overeenkomstig lid 1 heeft plaatsgevonden, het bedrijf dat hij verwerft voort te zetten. De bevoegde autoriteiten dragen er zorg voor dat een vergunningsaanvraag, in combinatie met de overdracht, tijdig in overweging wordt genomen.
8.
Indien, in afwijking van de artikelen 22 tot en met 25 van Richtlijn 2013/36/EG, van het vereiste om de bevoegde autoriteiten op de hoogte te stellen als bedoeld in artikel 26 van Richtlijn 2013/36/EU, van artikel 10, lid 3, artikel 11, lid 1 en lid 2, en artikelen 12 en 13 van Richtlijn 2014/65/EU en van het vereiste om een kennisgeving in te dienen als bedoeld in artikel 11, lid 3, van die richtlijn, een overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten uit hoofde van de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming zou resulteren in de verwerving of een verhoging van een gekwalificeerde deelneming in een instelling zoals bedoeld in artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU of artikel 11, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU verricht de bevoegde autoriteit van die instelling de door die artikelen vereiste beoordeling op een manier die de toepassing van het instrument van verkoop van de onderneming niet vertraagt, noch verhindert dat met de afwikkelingsmaatregel de relevante doelstellingen van de afwikkeling worden verwezenlijkt.
9.
De lidstaten dragen er zorg voor dat, indien de bevoegde autoriteit van die instelling de in lid 8 bedoelde beoordeling niet heeft verricht vanaf datum van overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten in het kader van de toepassing, door de afwikkelingsautoriteit, van het instrument van verkoop van de onderneming, de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a)
die overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten aan de koper heeft onmiddellijk rechtsgevolg;
- b)
tijdens de beoordelingsperiode en tijdens elke in punt f) bepaalde afstotingsperiode wordt het stemrecht van de koper met betrekking tot die aandelen of andere eigendomsinstrumenten geschorst en heeft alleen de afwikkelingsautoriteit stemrecht, zonder dat zij verplicht is het uit te oefenen, noch aansprakelijk is voor de uitoefening of het afzien van de uitoefening ervan;
- c)
tijdens de beoordelingsperiode en tijdens elke in punt f) bepaalde afstotingsperiode zijn de sancties en andere maatregelen die in de artikelen 66, 67, en 68 van Richtlijn 2013/36/EU zijn beoogd voor overtredingen op de voorschriften aangaande verwerving of vervreemding van gekwalificeerde holdings niet van toepassing op die overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten;
- d)
onmiddellijk na de voltooiing van haar beoordeling stelt de bevoegde autoriteit de afwikkelingsautoriteit en de koper schriftelijk ervan in kennis dat zij die overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten aan de koper goedkeurt dan wel, overeenkomstig artikel 22, lid 5 van Richtlijn 2013/36/EU daartegen is gekant;
- e)
indien de bevoegde autoriteit die overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten aan de koper goedkeurt, dan wordt het stemrecht met betrekking tot die aandelen of andere eigendomsinstrumenten geacht ten volle bij de koper te liggen zodra de afwikkelingsautoriteit en de koper de kennisgeving van de goedkeuring door de bevoegde autoriteit hebben ontvangen;
- f)
indien de bevoegde autoriteit gekant is tegen die overdracht van aandelen of andere eigendomsinstrumenten aan de koper, dan:
- i)
blijft het stemrecht met betrekking tot die aandelen of andere eigendomsinstrumenten als bedoeld in punt b) volledig van kracht;
- ii)
kan de afwikkelingsautoriteit van de koper verlangen dat hij afstand doet van die aandelen of andere eigendomsinstrumenten binnen een afstotingsperiode die door de afwikkelingsautoriteit is vastgesteld, rekening houdend met de heersende marktomstandigheden; en
- iii)
indien de koper de afstoting niet voltooit binnen de door de afwikkelingsautoriteit vastgestelde afstotingsperiode, kan de bevoegde autoriteit, met toestemming van de afwikkelingsautoriteit, de koper de sancties en andere maatregelen opleggen die in de artikelen 66, 67 en 68 van Richtlijn 2013/36/EU zijn beoogd voor overtredingen op de voorschriften inzake verwerving of afstoting van gekwalificeerde holdings.
10.
Overdrachten door middel van het instrument van verkoop van de onderneming zijn onderworpen aan de in titel IV, hoofdstuk VII, bedoelde waarborgen.
11.
Voor de uitoefening van het recht om overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU of Richtlijn 2014/65/EU in een andere lidstaat diensten te verrichten of zich in een andere lidstaat te vestigen, wordt de verkrijger beschouwd als een voortzetting van de instelling in afwikkeling, en mag deze alle rechten blijven uitoefenen die door de instelling in afwikkeling werden uitgeoefend met betrekking tot de overgedragen activa, rechten of verplichtingen.
12.
De lidstaten zorgen ervoor dat de in lid 1 bedoelde verkrijger de rechten van lidmaatschap van en toegang tot betalings-, clearing- en afwikkelingssystemen, beurzen, beleggerscompensatiestelsels en depositogarantiestelsels van de instelling in afwikkeling kan blijven uitoefenen, op voorwaarde dat deze voldoet aan de criteria voor lidmaatschap van en deelname aan dergelijke systemen.
Niettegenstaande lid 1, dragen de lidstaten ervoor zorg dat:
- a)
toegang niet wordt geweigerd omdat de verkrijger niet over een rating van een kredietratingbureau beschikt of omdat die rating niet spoort met de ratingniveaus die zijn vereist om toegang tot in de eerste alinea genoemde stelsels te krijgen;
- b)
de in de eerste alinea genoemde rechten, indien de verkrijger niet voldoet aan de lidmaatschaps- of deelnemingscriteria van de betreffende betalings-, clearing- en afwikkelingssystemen of de betreffende beurzen, beleggerscompensatiestelsels en depositogarantiestelsels, worden uitgeoefend voor een door de afwikkelingsautoriteit te bepalen periode van maximaal 24 maanden, die op verzoek van de verkrijger door de afwikkelingsautoriteit kan worden verlengd.
13.
Onverminderd titel IV, hoofdstuk VII, hebben aandeelhouders of schuldeisers van de instelling in afwikkeling en andere derden wier activa, rechten of passiva niet zijn overgedragen, geen rechten op of met betrekking tot de overgedragen activa, rechten of passiva.