HR, 22-05-2015, nr. 14/06267
ECLI:NL:HR:2015:1286
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22-05-2015
- Zaaknummer
14/06267
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:1286, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑05‑2015
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2014:3780
Uitspraak 22‑05‑2015
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
22 mei 2015
Nr. 14/06267
Arrest
gewezen op de beroepen in cassatie van [X1] en [X2] te [Z] (hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 november 2014, nrs. 13/2544 WWB en 14/178 WWB, betreffende besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden ingevolge de Wet werk en bijstand.
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2015.