JWB 2004/125
Invordering, vennootschapsbelasting, kasgeldvennootschap, onrechtmatig handelen
HR 26-03-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO0972
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 maart 2004
- Zaaknummer
C02/238HR
- LJN
AO0972
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO0972, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO0972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2004
- Wetingang
Art. 40 lid 1 Invorderingswet 1990
Essentie
Invordering, vennootschapsbelasting, kasgeldvennootschap, onrechtmatig handelen
Samenvatting
Casus
De verweerster in cassatie is enig aandeelhoudster van een scheepvaartonderneming. Deze onderneming exploiteerde twee veerdiensten met ponten. De exploitatie is uiteindelijk gestaakt. De ponten zijn aan een Duitse gegadigde verhuurd resp. verkocht. De scheepvaartonderneming heeft de verhuurde pont aan de verweerster in cassatie verkocht. De verweerster in cassatie heeft de verhuur van de pont voortgezet. De verweerster in cassatie heeft haar aandelen in de scheepvaartonderneming bij een notariële akte verkocht en in eigendom aan een derde overgedragen. Deze derde heeft zich verbonden om de vervangingsreserve binnen de daartoe gestelde termijn aan te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.