Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1938 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010
Artikel 14 Gegevensuitwisseling
Geldend
Geldend vanaf 04-08-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Inwerkingtreding
04-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1789 (uitgifte: 15-07-2024, regelingnummer: 2024/1789)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Energierecht / Distributie
1.
Wanneer een lidstaat een van de in artikel 11, lid 1, bedoelde crisisniveaus heeft afgekondigd, stellen de betrokken aardgasbedrijven aan de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat dagelijks in het bijzonder de volgende informatie ter beschikking:
- a)
de prognoses van de dagelijkse gasvraag en gaslevering voor de volgende drie dagen in miljoen m3 per dag (mcm/d);
- b)
de dagelijkse gasstroom, in miljoen m3 per dag (mcm/d), op alle grensoverschrijdende entry- en exitpunten alsmede op alle punten die een productiefaciliteit, een opslaginstallatie of een LNG-terminal met het net verbinden;
- c)
de periode, uitgedrukt in dagen, waarvoor gaslevering aan beschermde afnemers naar verwachting kan worden gewaarborgd.
2.
In het geval van een noodsituatie op regionaal of Unieniveau kan de Commissie de in lid 1 bedoelde bevoegde instantie verzoeken haar onverwijld ten minste de volgende informatie te verstrekken:
- a)
de in lid 1 genoemde informatie;
- b)
informatie over de maatregelen die de bevoegde instantie voornemens is te nemen of reeds ten uitvoer heeft gelegd om de noodsituatie te beheersen, alsmede informatie over de doeltreffendheid van die maatregelen;
- c)
de ingediende verzoeken betreffende door andere bevoegde instanties te nemen aanvullende maatregelen;
- d)
de maatregelen die ten uitvoer zijn gelegd op verzoek van andere bevoegde instanties.
3.
Na een noodsituatie verstrekt de in lid 1 bedoelde bevoegde instantie de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk zes weken na het einde van de noodsituatie een gedetailleerde evaluatie van de noodsituatie en van de doeltreffendheid van de ten uitvoer gelegde maatregelen, inclusief een evaluatie van de economische effecten van de noodsituatie, de effecten op de elektriciteitssector en de bijstand die verleend is aan en/of ontvangen is van de Unie en haar lidstaten. Indien van toepassing, omvat die evaluatie een nadere omschrijving van de omstandigheden die hebben geleid tot activering van het in artikel 13 bedoelde mechanisme en de voorwaarden waarop de ontbrekende gasleveringen zijn ontvangen, met inbegrip van de prijs en de betaalde financiële compensatie, en, indien van toepassing, de redenen waarom de solidariteitsaanbiedingen niet zijn aanvaard en/of het gas niet is geleverd. Die evaluatie wordt ter beschikking gesteld van de GCG en wordt meegenomen bij het actualiseren van de preventieve actieplannen en noodplannen.
De Commissie analyseert de evaluaties van de bevoegde instanties en legt haar bevindingen in gebundelde vorm voor aan de lidstaten, het Europees Parlement en de GCG.
4.
In naar behoren gerechtvaardigde omstandigheden, ongeacht de afkondiging van een noodsituatie, kan de bevoegde instantie van de meest getroffen lidstaat aardgasbedrijven verzoeken om de in lid 1 bedoelde informatie of om aanvullende informatie, waaronder niet-prijsgerelateerde contractuele informatie die noodzakelijk is om de algemene situatie inzake gaslevering in de lidstaat of in andere lidstaten te beoordelen. De Commissie kan de door de aardgasbedrijven uit hoofde van dit lid verstrekte informatie opvragen bij de bevoegde instanties, op voorwaarde dat diezelfde informatie niet reeds naar de Commissie is doorgezonden.
5.
Indien de Commissie van oordeel is dat er met betrekking tot de gaslevering in de Unie of in een deel van de Unie een risico bestaat of kan bestaan dat kan leiden tot de afkondiging van een van de in artikel 11, lid 1, bedoelde crisisniveaus, kan zij de betrokken bevoegde instanties verzoeken de informatie te verzamelen die noodzakelijk is om de situatie inzake gaslevering te beoordelen, en deze aan haar voor te leggen. De Commissie legt haar beoordeling voor aan de GCG.
6.
Om de bevoegde instanties en de Commissie in staat te stellen de situatie inzake gasleveringszekerheid op nationaal, regionaal en Unieniveau te beoordelen, deelt elk aardgasbedrijf de volgende informatie mee:
- a)
aan de betrokken bevoegde instantie, de volgende nadere gegevens met betrekking tot gasleveringscontracten met een grensoverschrijdende dimensie en een duur van meer dan één jaar die zij voor de aankoop van gas heeft gesloten:
- i)
de looptijd van het contract;
- ii)
gecontracteerde jaarvolumes;
- iii)
de overeengekomen maximale dagvolumes, in het geval van een alarm- of noodsituatie;
- iv)
de overeengekomen leveringspunten;
- v)
de minimale dag- en maandvolumes;
- vi)
de voorwaarden voor opschorting van gasleveringen;
- vii)
een indicatie of het contract individueel dan wel gezamenlijk met andere contracten met dezelfde leverancier of daarmee verbonden ondernemingen in de meest getroffen lidstaat de in lid 6, onder b), bedoelde drempel van 28 % bereikt of overschrijdt;
- b)
aan de bevoegde instantie van de meest getroffen lidstaat, onmiddellijk na de sluiting of wijziging ervan, zijn gasleveringscontracten met een looptijd van meer dan één jaar, gesloten of gewijzigd op of na 1 november 2017, die individueel dan wel gezamenlijk met zijn contracten met dezelfde leverancier of daarmee verbonden ondernemingen gelijk zijn aan 28 % of meer van het jaarlijkse gasverbruik in die lidstaat, te berekenen op basis van de meest recente beschikbare gegevens. Voorts stellen aardgasbedrijven de bevoegde instantie uiterlijk op 2 november 2018 in kennis van alle bestaande contracten die aan dezelfde voorwaarden voldoen. De verplichting tot kennisgeving omvat geen prijsinformatie en is niet van toepassing op wijzigingen die alleen betrekking hebben op de gasprijs. De verplichting tot kennisgeving is eveneens van toepassing op alle commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract, met uitzondering van prijsinformatie.
De bevoegde instantie deelt de in punt a) van de eerste alinea vermelde gegevens in geanonimiseerde vorm mee aan de Commissie. In het geval van sluiting van nieuwe contracten of van wijzigingen in bestaande contracten wordt de hele set gegevens uiterlijk eind september van het relevante jaar meegedeeld. Indien de bevoegde instantie zich afvraagt of een bepaald overeenkomstig punt b) van de eerste alinea ontvangen contract de gasleveringszekerheid van een lidstaat of een regio in gevaar brengt, brengt zij dit contract ter kennis van de Commissie.
7.
In omstandigheden die naar behoren te rechtvaardigen zijn door de noodzaak de transparantie te garanderen van essentiële gasleveringscontracten die van belang zijn voor de gasleveringszekerheid, en wanneer de bevoegde instantie van de meest getroffen lidstaat of de Commissie van oordeel is dat een gasleveringscontract de gasleveringszekerheid van een lidstaat, van een regio of van de Unie in gevaar kan brengen, kan de bevoegde instantie van de lidstaat of de Commissie het aardgasbedrijf verzoeken haar de nadere gegevens van het betreffende contract, met uitzondering van prijsinformatie, die relevant zijn voor de beoordeling van de effecten op de gasleveringszekerheid, over te leggen. Het verzoek wordt gemotiveerd en kan ook nadere bijzonderheden omvatten van andere commerciële overeenkomsten die relevant zijn voor de uitvoering van het gasleveringscontract, met uitzondering van prijsinformatie. In de motivering wordt ingegaan op de evenredigheid van de eventuele administratieve lasten.
8.
De bevoegde instanties die op basis van lid 6, onder b), of lid 7 van dit artikel informatie ontvangen, beoordelen de ontvangen informatie binnen drie maanden vanuit het oogpunt van de gasleveringszekerheid en leggen de resultaten van hun beoordeling aan de Commissie voor.
9.
De bevoegde instanties houden bij het opstellen van de risico-evaluaties, de preventieve actieplannen en noodplannen of de actualiseringen daarvan rekening met de krachtens dit artikel ontvangen informatie. De Commissie kan een advies uitbrengen met een voorstel aan de bevoegde instantie om de risico-evaluaties of plannen te wijzigen op basis van de krachtens dit artikel ontvangen informatie. De betrokken bevoegde instantie herziet de risico-evaluatie en de plannen waarop het verzoek betrekking heeft, overeenkomstig de procedure van artikel 8, lid 9.
10.
De lidstaten stellen uiterlijk op 2 mei 2019 de regels vast inzake sancties die van toepassing zijn op inbreuken door aardgasbedrijven op lid 6 of lid 7 van dit artikel en nemen alle noodzakelijke maatregelen om te zorgen voor de toepassing ervan. De sancties waarin wordt voorzien, zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.
11.
In het kader van dit artikel betekent ‘de meest getroffen lidstaat’ de lidstaat waarin een partij bij een bepaald contract het merendeel van haar gas verkoopt of het merendeel van haar afnemers heeft.
12.
Alle contracten of contractuele informatie die op grond van de leden 6 en 7 worden ontvangen, alsmede de respectieve evaluaties door de bevoegde instanties of de Commissie, blijven vertrouwelijk. De bevoegde instanties en de Commissie waarborgen de volledige vertrouwelijkheid.