Belastingblad 2020/247
Proceskostenvergoeding Mulderzaken. Beslissing Hoge Raad na cassatie in belang der wet. Ook als primair besluit niet wordt vernietigd, bestaat bij gegrondverklaring (hoger) beroep als uitgangspunt recht op vergoeding proceskosten.
HR 07-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:563, m.nt. R.A. Eskes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/03614
- Noot
R.A. Eskes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS199915:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:563, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
Essentie
Proceskostenvergoeding Mulderzaken. Beslissing Hoge Raad na cassatie in belang der wet. Ook als primair besluit niet wordt vernietigd, bestaat bij gegrondverklaring (hoger) beroep als uitgangspunt recht op vergoeding proceskosten.
Uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie in het belang van de wet van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 mei 2019, nummer WAHV 200.220.243 (Red.: Belastingblad 2019/352, m.nt. L.J. Boone), in de zaak van
[betrokkene],
hierna: de betrokkene.
1. Het bestreden arrest
Op 1 mei 2019 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.