RVR 2012/110
Aanneming van werk. Faillissement. Ongerechtvaardigde verrijking. Heeft de curator nog een vordering op de wederpartij van de failliet uit hoofde van een wederkerige overeenkomst indien de failliet de enige is die gepresteerd heeft voor faillissement waardoor er voor de wederpartij geen schade ontstaat door het faillissement?
Rb. 's-Gravenhage 18-07-2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6437
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
18 juli 2012
- Magistraten
Mr. D.A. Schreuder
- Zaaknummer
404988 / HA ZA 11-2540
- LJN
BX6437
- JCDI
JCDI:ADS912316:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2012:BX6437, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 18‑07‑2012
- Wetingang
Fw art. 37; BW art. 6:212
Essentie
Aanneming van werk. Faillissement. Ongerechtvaardigde verrijking.
Heeft de curator nog een vordering op de wederpartij van de failliet uit hoofde van een wederkerige overeenkomst indien de failliet de enige is die gepresteerd heeft voor faillissement waardoor er voor de wederpartij geen schade ontstaat door het faillissement?
Samenvatting
Roos Bouw heeft met gedaagden aannemingsovereenkomsten gesloten waarop de GIW-regeling van toepassing was. In de aannemingsovereenkomsten was bepaald dat de eerste termijn van de aanneemsom verschuldigd werd op het moment van gereed zijn van de ruwe begane grondvloer. Deze grondvloer kwam voor faillissement van Roos Bouw gereed. De curator vordert daarom ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.