Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 59 bis
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van toepassing. De lidstaten staan belastingplichtigen en voor hun rekening handelende tussenpersonen evenwel toe om vanaf 01-04-2021 de gegevens in te dienen die uit hoofde van art. 360, 369 quater of 369 sexdecies van Richtlijn 2006/112/EG worden verlangd, teneinde gebruik te mogen maken van de bijzondere regelingen.
- Bronpublicatie:
21-11-2019, PbEU 2019, L 313 (uitgifte: 04-12-2019, regelingnummer: 2019/2026)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-2020, PbEU 2019, L 313 jo PbEU 2020, L 244 (uitgifte: 29-07-2020, regelingnummer: 2020/1112)
21-11-2019, PbEU 2019, L 313 jo PbEU 2020, L 244 (uitgifte: 04-12-2019, regelingnummer: 2019/2026)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
Indien een belastingplichtige die onder een bijzondere regeling valt, gedurende een aangiftetijdvak in geen enkele lidstaat van verbruik in het kader van die bijzondere regeling goederenleveringen of diensten heeft verricht en geen correcties van eerdere aangiften moet maken, dient hij of de voor zijn rekening handelende tussenpersoon een btw-aangifte in met de vermelding dat er gedurende dat tijdvak geen goederenleveringen of diensten zijn verricht (nihil-btw-aangifte).