Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 7.5.1 Toegankelijke faciliteit
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2024
- Bronpublicatie:
18-04-2024, Stb. 2024, 109 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken: 36478)
- Inwerkingtreding
01-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2024, Stb. 2024, 154 (uitgifte: 12-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
In deze titel wordt onder ‘betrokkene’ verstaan:
- a.
student, vavo-student of extraneus;
- b.
aanstaande student, aanstaande vavo-student of aanstaande extraneus;
- c.
voormalige student, voormalige vavo-student of voormalige extraneus.
2.
Het bevoegd gezag richt een toegankelijke en eenduidige faciliteit in. Het bevoegd gezag stelt een nadere regeling vast met betrekking tot deze paragraaf en paragraaf 2, die een onderdeel vormt van het bestuursreglement.
3.
Een betrokkene dient een klacht als bedoeld in artikel 7.5.2 dan wel beroep of bezwaar als bedoeld in paragraaf 2 van deze titel en artikel 8.1.7a, vijfde lid, vanwege een schriftelijke beslissing van een orgaan van een instelling inhoudende een rechtshandeling op grond van deze wet en daarop gebaseerde regelingen, vanwege het ontbreken van een dergelijke beslissing dan wel vanwege een geschil met betrekking tot het maken, wijzigen of uitvoeren van afspraken als bedoeld in artikel 8.1.3a, tweede lid, in bij de faciliteit. Indien het een beroep of bezwaar van een betrokkene aan een openbare instelling betreft, is artikel 6:4, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
4.
De termijn voor het schriftelijk indienen van een bezwaar als bedoeld in paragraaf 2 bedraagt zes weken. De termijn voor het schriftelijk indienen van een beroep als bedoeld in paragraaf 2 en artikel 8.1.7a, vijfde lid, bedraagt twee weken.
5.
De faciliteit bevestigt de ontvangst van een binnengekomen klacht, beroep of bezwaar schriftelijk aan de betrokkene en zendt deze, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk door aan het bevoegde orgaan. Indien het een openbare instelling betreft, is artikel 6:15, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
6.
De datum van ontvangst, bedoeld in het vijfde lid, is bepalend voor de vraag of een klacht, beroep of bezwaar tijdig is ingediend. Indien het een openbare instelling betreft, is artikel 6:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
7.
Indien de faciliteit een klacht, beroep of bezwaar aan een onbevoegd orgaan heeft gezonden, zendt dit orgaan het desbetreffende stuk zo spoedig mogelijk terug naar de faciliteit. Het bevoegde orgaan behandelt een klacht, beroep of bezwaar dat door een betrokkene rechtstreeks is ingediend bij dit orgaan slechts na tussenkomst van de faciliteit.