Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende inheemse en in stamverband levende volken in onafhankelijke landen
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 05-09-1990
- Bronpublicatie:
27-06-1989, Trb. 1996, 99 (uitgifte: 17-04-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-09-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-1998, Trb. 1998, 45 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
1.
De rechten van de betrokken volken op de natuurlijke hulpbronnen die hun land rijk is, dienen in het bijzonder te worden zeker gesteld. Deze rechten omvatten het recht van deze volken deel te nemen aan het gebruik, het beheer en de bescherming van deze hulpbronnen.
2.
In gevallen waarin de Staat de eigendomsrechten bezit op minerale of onderaardse hulpbronnen of rechten op andere hulpbronnen verband houdende met land, dienen de Regeringen procedures in het leven te roepen of te hanteren door middel waarvan zij deze volken raadplegen, ten einde duidelijkheid te verkrijgen over de vraag of en in hoeverre hun belangen zouden worden geschaad, alvorens programma's voor exploratie of exploitatie van zulke hulpbronnen, die hun land rijk is, worden opgezet of toegestaan. De betrokken volken dienen, waar mogelijk, te delen in de voordelen van zulke activiteiten en moeten een eerlijke vergoeding ontvangen voor schade die zij zouden kunnen lijden als gevolg van dergelijke activiteiten.