Einde inhoudsopgave
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
Artikel 22 [Geen nieuwe beëdiging bij wijzigingen]
Geldend
Geldend vanaf 07-12-1994. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-1994
- Bronpublicatie:
11-11-1994, Stb. 1994, 825 (uitgifte: 06-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-12-1994, terugwerkend tot: 01-04-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-11-1994, Stb. 1994, 825 (uitgifte: 06-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Bij wijziging van de titel van opsporingsbevoegdheid, de opsomming van de feiten tot welke opsporing de buitengewoon opsporingsambtenaar ingevolge zijn titel bevoegd is, de standplaats dan wel het grondgebied waarvoor de opsporing geldt, behoeven de eden, verklaringen en beloften niet opnieuw te worden afgelegd indien de akte van beëdiging overeenkomstig artikel 23 is aangepast.
2.
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, worden de afgelegde eden, verklaringen of beloften geacht te zijn afgelegd voor de opsporing van de feiten op het grondgebied genoemd in de gewijzigde akte van beëdiging.