JWB 2003/47
Ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing; niet-ontvankelijkverklaring en belang bij hoger beroep
HR 31-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0872
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 januari 2003
- Zaaknummer
R02/029HR
- LJN
AF0872
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF0872, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF0872, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑01‑2003
- Wetingang
Art. 1:254 BW; art. 1:261 BW; art. 810a lid 2 Rv
Essentie
Ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing; niet-ontvankelijkverklaring en belang bij hoger beroep
Samenvatting
Casus
De moeder heeft het gezag over de zoon, geboren op 17 november 1996. Bij beschikking van 29 november 1996 heeft de Kinderrechter de zoon onder toezicht gesteld. De ondertoezichtstelling is meermalen verlengd, laatstelijk bij beschikking van 9 oktober 2001 voor de periode van 29 november 2001 tot 29 februari 2002. Sinds oktober 1997 verblijft de zoon krachtens een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleeggezin.
Op 11 september 2000 verzoekt de gezinsvoogdij-instelling de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing, waarvan de geldigheidsduur zal verstrijken op 29 november 2000, te verlengen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.