Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 472/2013 versterking economische en budgettaire toezicht op lidstaten in eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van financiële stabiliteit
Artikel 7 Macro-economisch aanpassingsprogramma
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2013
- Bronpublicatie:
21-05-2013, PbEU 2013, L 140 (uitgifte: 27-05-2013, regelingnummer: 472/2013)
- Inwerkingtreding
30-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2013, PbEU 2013, L 140 (uitgifte: 27-05-2013, regelingnummer: 472/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
Wanneer een lidstaat van één of meer andere lidstaten of derde landen, het EFSM, het ESM, de EFSF of het IMF financiële bijstand vraagt, stelt hij in overleg met de Commissie, in samenspraak met de ECB en, naargelang het geval, met het IMF, een ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma op, dat gebaseerd is op en in de plaats komt van alle economische partnerschapsovereenkomsten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 473/2013 en dat jaarlijkse begrotingsdoelstellingen bevat.
Het ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma behandelt de specifieke, uit die lidstaat voortkomende risico's voor de financiële stabiliteit in de eurozone, en is erop gericht spoedig wederom een gezonde en houdbare economische en financiële situatie tot stand te brengen en het vermogen van de lidstaat om zich volledig op de financiële markten te financieren, te herstellen.
Het ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma wordt gebaseerd op de beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld als bedoeld in artikel 6 die wordt geactualiseerd om daarin de impact van de met de betrokken lidstaat onderhandelde, corrigerende ontwerpmaatregelen te verwerken en neemt naar behoren de aanbevelingen in acht die overeenkomstig artikelen 121, 126, 136 of 148 VWEU tot de betrokken lidstaat zijn gericht, en met diens acties om aan deze aanbevelingen gevolg te geven, er daarbij tegelijkertijd naar strevend de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen.
Het ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma houdt rekening met de gebruiken en instellingen voor loonvorming en met het nationale hervormingsprogramma van de betrokken lidstaat in het kader van de strategie van de Unie voor groei en werkgelegenheid.
Het ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma neemt artikel 152 VWEU en artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie volledig in acht. De Commissie brengt de voorzitter en de vicevoorzitters van de bevoegde commissie van het Europees Parlement mondeling op de hoogte van de voortgang van de voorbereiding van het ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma. Deze informatie wordt vertrouwelijk behandeld.
2.
De Raad keurt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie het macro-economisch aanpassingsprogramma goed, zoals dit is uitgewerkt door de lidstaat die overeenkomstig lid 1 de financiële bijstand aanvraagt.
De Commissie ziet erop toe dat het door haar namens het ESM of de EFSF ondertekende memorandum van overeenstemming volledig consistent is met het door de Raad goedgekeurde macro-economisch aanpassingsprogramma.
3.
De Commissie draagt zorg voor consistentie binnen de procedure van economisch en budgettair toezicht voor een lidstaat die onderworpen is aan een macro-economisch programma, teneinde dubbele rapportageverplichtingen te voorkomen.
4.
De Commissie, in samenspraak met de ECB en, naargelang het geval, met het IMF, monitort de voortgang die door een lidstaat wordt gemaakt bij de tenuitvoerlegging van zijn macro-economisch aanpassingsprogramma.
De Commissie stelt iedere drie maanden het EFC van een dergelijke voortgang in kennis. De betrokken lidstaat verleent de Commissie en de ECB zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie en de ECB met name alle informatie die zij nodig achten voor het monitoren van de tenuitvoerlegging van het macro-economisch aanpassingsprogramma in overeenstemming met artikel 3, lid 4.
De Commissie brengt de voorzitter en de vicevoorzitters van de bevoegde commissie van het Europees Parlement mondeling op de hoogte van de voortgang bij de voorbereiding van het ontwerp voor een macro-economisch aanpassingsprogramma. Deze informatie wordt vertrouwelijk behandeld.
5.
De Commissie gaat, in samenspraak met de ECB en, naargelang het geval, met het IMF, samen met de betrokken lidstaat na, welke wijzigingen en updates eventueel in zijn macro-economisch aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht om naar behoren rekening te houden met onder meer aanzienlijke verschillen tussen macro-economische prognoses en reële cijfers, die mogelijk het gevolg zijn van het macro-economisch aanpassingsprogramma, ongunstige overloopeffecten en macro-economische en financiële schokken. De Raad neemt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie een besluit over alle wijzigingen die in dat programma moeten worden aangebracht.
6.
De betrokken lidstaat gaat in nauwe samenwerking met de Commissie na of alle nodige maatregelen moeten worden genomen om private beleggers ertoe aan te moedigen hun algehele risicopositie vrijwillig te handhaven.
7.
Indien uit de in lid 4 bedoelde monitoring blijkt dat sprake is van aanzienlijke afwijkingen van het macro-economisch aanpassingsprogramma van een lidstaat, kan de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de beleidsvoorwaarden die in het programma worden gesteld. In haar voorstel gaat de Commissie uitdrukkelijk na of deze aanzienlijke afwijkingen toe te schrijven zijn aan oorzaken die buiten de macht liggen van de betrokken lidstaat.
De in het macro-economisch aanpassingsprogramma vastgelegde inspanningen voor budgettaire consolidatie van de begroting houden rekening met de noodzaak om voldoende middelen veilig te stellen voor elementaire beleidsgebieden, zoals onderwijs en gezondheidszorg.
Indien de Raad uit hoofde van dit lid een besluit neemt, neemt de betrokken lidstaat, in nauwe samenwerking met de Commissie en in samenspraak met de ECB en, naargelang het geval, met het IMF, maatregelen ter stabilisering van de markt en tot behoud van de goede werking van zijn financiële sector.
8.
Een lidstaat die onderworpen is aan een macro-economisch aanpassingsprogramma en die over onvoldoende administratieve capaciteit beschikt voor, of ernstige problemen ondervindt bij de tenuitvoerlegging van het programma, verzoekt om technische bijstand van de Commissie, die voor dit doel groepen van deskundigen kan vormen, samengesteld uit leden uit andere lidstaten en andere instellingen van de Unie of van desbetreffende internationale instellingen. De doelstellingen en de middelen van de technische bijstand worden gedetailleerd beschreven in de bijgewerkte versies van het macro-economisch aanpassingsprogramma, en zijn gericht op het gebied waar belangrijke tekortkomingen zijn onderkend. Technische bijstand kan de aanstelling inhouden van een residerend vertegenwoordiger met ondersteunend personeel, die de autoriteiten over de tenuitvoerlegging van het programma van advies moet dienen.
Het macro-economisch aanpassingsprogramma, met inbegrip van de doelstellingen en de verwachte verdeling van de aanpassingsinspanningen, wordt openbaar gemaakt.
De conclusies uit de beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld worden als bijlage bij het macro-economisch aanpassingsprogramma gevoegd.
9.
Een lidstaat waarvoor een macro-economisch aanpassingsprogramma loopt, voert een alomvattende audit van zijn openbare financiën uit om onder meer de oorzaken te kunnen nagaan die tot cumulatie van excessieve schuldniveaus hebben geleid, en mogelijke onregelmatigheden te traceren.
10.
De bevoegde commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat en de Commissie de gelegenheid bieden om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van het macro-economisch aanpassingsprogramma worden gemaakt.
11.
Het parlement van de betrokken lidstaat kan vertegenwoordigers van de Commissie uitnodigen om deel te nemen aan een gedachtewisseling over de vorderingen die bij de tenuitvoerlegging van diens macro-economisch aanpassingsprogramma worden gemaakt.
12.
Dit artikel is niet van toepassing op instrumenten die voorzien in anticiperende financiële bijstand, op leningen met het oog op herkapitalisatie van financiële instellingen, noch op enig nieuw financieel instrument waarvoor bepalingen van het ESM niet voorzien in een macro-economisch aanpassingsprogramma.
De Commissie stelt ter informatie een lijst op van de in de eerste alinea bedoelde instrumenten voor financiële bijstand en houdt deze actueel om rekening te houden met mogelijke wijzigingen in het financiële steunbeleid van het ESM.
Wat deze instrumenten betreft, hecht de Raad op aanbeveling van de Commissie, bij een aan de betrokken lidstaat te richten besluit zijn goedkeuring aan de belangrijkste beleidsvereisten die het ESM of de EFSF voornemens is in de voorwaarden voor hun financiële bijstand op te nemen, voor zover de inhoud van die maatregelen valt onder de bevoegdheden van de Unie als vastgelegd in de Verdragen.
De Commissie ziet erop toe dat het door haar namens het ESM of de EFSF ondertekende memorandum van overeenstemming volledig consistent is met een dergelijk besluit van de Raad.