Einde inhoudsopgave
Wet financiële voorzieningen privatisering ABP
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
24-12-1997, Stb. 1997, 768 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25282)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1997, Stb. 1997, 769 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
AAW: de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet;
- b.
ABP: het Algemeen burgerlijk pensioenfonds, bedoeld in artikel L 1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet;
- c.
Abp-wet: de Algemene burgerlijke pensioenwet;
- d.
ambtelijk inkomen: het ambtelijk inkomen, bedoeld in artikel C 1 van de Abp-wet;
- e.
ambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in de artikelen B 1, B 2 en B 3 van de Abp-wet, alsmede degene die ambtenaar is ingevolge de krachtens artikel B 7, onderdeel b, van de Abp-wet gestelde regels;
- f.
Amp-wet: de Algemene militaire pensioenwet;
- g.
Centrale Commissie: de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 105 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
- h.
deelnemer: de ambtenaar, de wachtgelder en degene die een herplaatsingstoelage ontvangt;
- i.
deeltijdfactor: de deeltijdfactor, bedoeld in artikel A 1a, tweede en derde lid, van de Abp-wet;
- j.
vervallen;
- k.
herplaatsingstoelage: de herplaatsingstoelage, bedoeld in artikel K 5 van de Abp-wet;
- l.
loon:
- 1°
voor zover het betreft paragraaf 4, het loon zoals bepaald in artikel 22;
- 2°
voor zover het betreft paragraaf 5, het loon zoals bepaald in artikel 28;
- m.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
- n.
uitbetalingstermijn: een periode van een maand of vier weken, waarin het ambtelijk inkomen dan wel het loon is ontvangen dan wel verondersteld wordt te zijn ontvangen;
- o.
vervallen;
- p.
Vut-wet: de Wet uitkering wegens vrijwillig vervroegd uittreden;
- q.
wachtgelder: de ontslagen ambtenaar aan wie een wachtgeld, bedoeld in artikel A 1, onderdeel i, van de Abp-wet, is toegekend of een ingevolge artikel A 4 van die wet met wachtgeld gelijkgestelde uitkering, en die op grond daarvan ambtenaar is in de zin van die wet;
- r.
- s.
vervallen;
- t.
werkgever: ieder gezag of bestuur dat bevoegd is tot aanstelling of indienstneming en ontslag van een overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP dan wel, indien het een gewezen overheidswerknemer betreft die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, de instantie die het loon of het ambtelijk inkomen van de gewezen overheidswerknemer betaalt en voor de toepassing van de paragrafen 4 en 5 de Stichting tot verzorging van de pensioenen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding van het Huis van Oranje-Nassau voor zover het personeel betreft van de Koninklijke Hofhouding, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet gevolgen privatisering ABP voor het personeel van de Koninklijke Hofhouding;
- u.
werknemer:
- 1°
voor zover het betreft de paragrafen 4 en 8, de werknemer zoals bepaald in artikel 22;
- 2°
voor zover het betreft paragraaf 5, de werknemer zoals bepaald in artikel 28;
- 3°
voor zover het betreft paragraaf 6, de werknemer zoals bepaald in artikel 33.