NJB 2023/128
Onpartijdige rechter. Een partij voert in cassatie aan dat een van de raadsheren bij het hof niet onpartijdig was, onder meer omdat de raadsheer eerder als voorzitter van een arbitraal college is opgetreden in een arbitrageprocedure over een geschil waarin een bij de wederpartij betrokken persoon een rol heeft gespeeld. Hoge Raad: De gestelde feiten en omstandigheden kunnen, ook in samenhang bezien, niet de conclusie dragen dat sprake is van zwaarwegende aanwijzingen voor partijdigheid van de raadsheer en evenmin dat de vrees daarvoor objectief is gerechtvaardigd.
HR 23-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1933
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2022
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/04457
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1933, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:816, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑11‑2021
- Wetingang
(art. 6 lid 1 EVRM)
Essentie
Onpartijdige rechter. Een partij voert in cassatie aan dat een van de raadsheren bij het hof niet onpartijdig was, onder meer omdat de raadsheer eerder als voorzitter van een arbitraal college is opgetreden in een arbitrageprocedure over een geschil waarin een bij de wederpartij betrokken persoon een rol heeft gespeeld. Hoge Raad: De gestelde feiten en omstandigheden kunnen, ook in samenhang bezien, niet de conclusie dragen dat sprake is van zwaarwegende aanwijzingen voor partijdigheid van de raadsheer en evenmin dat de vrees daarvoor objectief is gerechtvaardigd.
Partij(en)
A c.s., thans geen advocaat, vs. GSP, adv. mr. B.I. Kraaipoel. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.