RF 2016/46
Effectenlease. Is bepaling tot betaling van resterende maandtermijnen bij voortijdige beëindiging van een effectenlease-overeenkomst een boetebeding, en dus een oneerlijk beding? (Appellante/geïntimeerde)
Hof Den Haag 12-01-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:471
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
12 januari 2016
- Magistraten
Mrs. M.J. van der Ven, A.J.M.E. Arpeau, M.M. Olthof
- Zaaknummer
200.131.549-01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923429:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2019:630, Uitspraak, Hof Den Haag, 02‑04‑2019
ECLI:NL:GHDHA:2018:2313, Uitspraak, Hof Den Haag, 18‑09‑2018
ECLI:NL:GHDHA:2016:4404, Uitspraak, Hof Den Haag, 29‑11‑2016
ECLI:NL:GHDHA:2016:471, Uitspraak, Hof Den Haag, 12‑01‑2016
- Wetingang
Essentie
Effectenlease. Oneerlijk beding.
Aanhouding van uitspraak op grond van art. 392 lid 6 Rv. Is bepaling tot betaling van resterende maandtermijnen bij voortijdige beëindiging van een effectenlease-overeenkomst een boetebeding, en dus een oneerlijk beding?
Samenvatting
Tussenarrest. Dexia. Vervolg op RF 2015/46 (Hof Den Haag 20 januari 2015) en op RF 2014/97 (Hof Den Haag 2 september 2014). Dexia en geïntimeerde hebben twee effectenlease-overeenkomsten gesloten in 2000, die tussentijds zijn beëindigd door Dexia in 2006 vanwege niet-nakoming door geïntimeerde. Geïntimeerde beroept zich op de opt-outverklaring uit de Duisenberg-regeling.
Het onderwerp ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.