O&A 2013/17
Immateriële schade; overschrijding redelijke termijn bezwaarfase; beperking overeenkomstige toepassing art. 6 EVRM
HR 11-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX8359
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/04141
- LJN
BX8359
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BX8359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX8359, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2011
- Wetingang
Art. 6 EVRM; art. 6:162 BW
Essentie
Immateriële schade; overschrijding redelijke termijn bezwaarfase; beperking overeenkomstige toepassing art. 6 EVRM
Partij(en)
X/De Staat der Nederlanden
Uitspraak
Samenvatting
In een vreemdelingenprocedure vordert X een verklaring voor recht dat de staat jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door niet binnen een redelijke termijn op zijn bezwaar te beslissen, wat immateriële schade ten gevolg heeft gehad. De bestuursrechtelijke rechtspraak in geval van overschrijding van de redelijke termijn in procedures waarop art. 6 EVRM niet van toepassing is, zoekt aansluiting bij de rechtspraak van het EHRM over de uitleg van art. 6 EVRM. Een overeenkomstige toepassing van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.