JONDR 2021/807
HR, 09-07-2021, nr. 19/05871
HR 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1099
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juli 2021
- Zaaknummer
19/05871
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1099, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1012, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2019
- Wetingang
Art. 2:248 lid 2 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Bewijsvermoeden.
Kan het bewijsvermoeden van art. 2:248 lid 2 BW ontzenuwd worden door aannemelijk te maken dat handelingen van een bestuurder die op zichzelf geen kennelijk onbehoorlijk bestuur opleveren, een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn?
Uitspraak
A is failliet verklaard. De curator vordert een verklaring voor recht dat de administratie van A vanaf juni 2010 niet voldeed aan de eisen voortvloeiend uit art. 2:10 BW en dat de bestuurders op de voet van art. 2:248 BW hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden van A voor zover deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.