Ktg. Haarlem, 02-01-2008, nr. 360659/CVEXPL07-9182
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC1646
- Instantie
Kantongerecht Haarlem
- Datum
02-01-2008
- Zaaknummer
360659/CVEXPL07-9182
- LJN
BC1646
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC1646, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 02‑01‑2008; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
art. 678 Burgerlijk Wetboek Boek 7
- Vindplaatsen
JIN 2008/92
JAR 2008/26 met annotatie van Prof. mr. E. Verhulp
AR-Updates.nl 2008-0027
VAAN-AR-Updates.nl 2008-0027
Uitspraak 02‑01‑2008
Inhoudsindicatie
Arbeidszaak. Eiser is door zijn werkgever op staande voet ontslagen, nadat hij enkele cashewnoten, bestemd om te worden weggegooid, uit een op een vliegtuigtrolley staand, geopend bakje had gepakt en opgegeten. De werkgeefster beroept zich op het bij haar geldende, stringente beleid ten aanzien van diefstal. De kantonrechter is van oordeel dat het vergrijp niet zodanig ernstig is, dat het, gelet op de persoonlijke omstandigheden van eiser, het ontslag op staande voet rechtvaardigt.
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 360659/ CV EXPL 07-9182
datum uitspraak: 2 januari 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. P.M. Tillema
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KLM CATERING SERVICES SCHIPHOL B.V.
te Luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde partij
hierna te noemen KCS
gemachtigde I.A.V. El Mecky
De procedure
[eiser] heeft KCS gedagvaard op 28 september 2007. KCS heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 24 oktober 2007 een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 6 november 2007 en waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht. Vervolgens is de zaak op verzoek van partijen aangehouden. Ten slotte heeft [eiser] zich bij akte uitgelaten.
De feiten
a. [eiser], geboren op 15 december 1963, is op 1 april 2002 eerst als uitzendkracht werkzaam geweest bij KCS en vervolgens aaneensluitend op 2 augustus 2002 voor onbepaalde tijd in dienst getreden en gebleven bij KCS.
b. [eiser] verricht werkzaamheden ten behoeve van de catering van vliegtuigen in de functie van medewerker A tegen een bruto salaris van € 1.734,52 per maand, exclusief vakantietoeslag en andere emolumenten.
c. Tussen partijen geldt een zogenaamde Gedragscode, waarvan artikel 5 onder meer luidt:
Het is ten strengste verboden om zich op enigerlei wijze zaken en/of diensten toe te eigenen, die niet aan uzelf toebehoren. Hieronder vallen ook alle zaken die eigendom zijn van KCS, KLM, een Buitenlandse Maatschappij of een toeleverancier. Op overtreding van deze regel staat ontslag wegens een dringende reden.
d. Op 10 juli 2007 heeft [eiser] een of meer cashewnoten uit een open bakje van een trolley, dat retour kwam van een vliegtuig, gepakt en in zijn mond gestopt.
e. Bij brief van 11 juli 2007 heeft KCS [eiser] op staande voet ontslagen; de brief luidt onder meer:
De dringende reden is gelegen in het feit dat u zich een product van KCS onrechtmatig heeft toegeëigend op 10 juli 2007, in dit geval nootjes. Dit product levert KCS aan haar klanten.(…) Hoe gering dit vergrijp ook is of lijkt, KCS kan het zich niet veroorloven ook handelingen zoals deze toe te laten.
f. Op 13 juli 2007 heeft [eiser] de nietigheid van het ontslag ingeroepen en zich bereid verklaard de bedongen arbeid te blijven verrichten; voorts heeft [eiser] KCS gesommeerd zijn loon door te betalen.
g. Bij brief van 18 juli 2007 heeft KCS daarop onder meer meegedeeld dat bij KCS de absoluut gehanteerde regel en rechtlijnige sanctie bestaat, dat onrechtmatige toe-eigening is verboden, zonder aanzien des persoons, waarbij telkens wel de persoonlijke, soms trieste omstandigheden worden afgewogen. Dat een product is bestemd voor vernietiging is daarbij eerder bezwarend dan verzachtend wegens wettelijke verplichtingen op het gebied van gezondheid.
De vordering
[eiser] vordert (samengevat)
I. te bepalen dat het aan hem verleende ontslag per 11 juli 2007 nietig is;
II. KCS te veroordelen hem binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis toe te laten tot het bedrijf en hem daar in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden te verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat KCS in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen;
III. KCS te veroordelen tot betaling aan hem van
- het loon á € 1.734,52 bruto per maand over het tijdvak van 11 juli 2007 tot 1 augustus 2007, te weten een bedrag van € 1.182,63 bruto exclusief vakantietoeslag en andere emolumenten.
- het loon van € 1.734,52 bruto per maand alsmede de vakantietoeslag en emolumenten tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
- de wettelijke rente over de som van voornoemde bedragen met ingang van de datum waarop de bedragen opeisbaar zijn en voor wat betreft de bedragen die nadien opeisbaar worden vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van die bedragen tot aan de dag der algehele voldoening;
- de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het salaris ,de vakantietoeslag en emolumenten.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat het op 11 juli 2007 door KCS aan hem gegeven ontslag op staande voet nietig is wegens het ontbreken van een dringende reden.
Het verweer
KCS betwist de vordering. Haar verweer zal voor zover van belang aan de orde komen bij de beoordeling van het geschil.
De beoordeling van het geschil
Tussen partijen bestaat verschil van mening over de vraag of het incident dat op 10 juli 2007 heeft plaatsgevonden het aan [eiser] gegeven ontslag op staande voet rechtvaardigt.
KCS meent van wel en doet een beroep op haar zeer stringente beleid in het geval van diefstal, van welk beleid [eiser] op de hoogte is en aan de onder zijn leiding staande werknemers moet uitdragen. KCS benadrukt dat het bewaken van haar eigendommen en die van haar afnemers en collega’s van groot economisch belang is; handhaving door middel van strikt beleid is noodzakelijk ter voorkoming van onrechtmatige toe-eigening van eigendommen door haar personeel. Het gedogen van ook maar een enkele overtreding van haar beleid, betekent volgens KCS direct het einde van dat beleid, met alle gevolgen van dien.
[eiser] erkent het bestaan van het stringente beleid, maar stelt dat het pakken van de cashewnoot is gebeurd in een moment van onachtzaamheid, mede veroorzaakt door het overlijden van een neef, voor wiens begrafenis hij veel had moeten regelen.
Tussen partijen staat vast dat KCS bij diefstal een stringent beleid voert en dat [eiser] daarmee geheel op de hoogte was. Daaraan doet naar het oordeel van de kantonrechter echter niet af dat bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking dienen te worden genomen. Hierbij zal de aard en de ernst van de dringende reden worden afgewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van [eiser].
In onderhavig geval gaat het om het pakken van één of meer cashewnoten uit een open bakje dat op een trolley lag, welke trolley retour kwam uit een vliegtuig. Van bedoeld bakje noten staat als niet weersproken vast dat deze bestemd was om te worden weggegooid.
Hoewel een dergelijke overtreding niet moet worden goed gepraat, is de kantonrechter van oordeel dat hoe stringent dit beleid ook jegens alle werknemers wordt toegepast, bedoeld vergrijp niet zodanig ernstig is, dat van KCS redelijkerwijs niet meer kan worden gevergd het dienstverband met [eiser] te laten voortduren. Immers [eiser], thans 34 jaar oud, heeft zijn werk gedurende ruim vijf jaar naar alle tevredenheid verricht; hij beseft dat hij het beleid heeft geschonden en bagatelliseert een en ander geenszins. Als gevolg van het ontslag zal hij met zijn gezin met twee minderjarige kinderen financieel in een slechte positie raken die naar het oordeel van de kantonrechter niet in verhouding staat tot het pakken van een of meer noten uit een open bak. Een minder verstrekkende maatregel had meer in de reden gelegen. Dat dit zou leiden tot onzekerheid bij de werknemers en tot beschadiging van de betrokken belangen, acht de kantonrechter onvoldoende om een ontslag om staande voet te rechtvaardigen.
De proceskosten komen voor rekening van KCS omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
- bepaalt dat het aan [eiser] verleende ontslag per 11 juli 2007 nietig is;
- veroordeelt KCS om [eiser] binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis toe te laten tot het
bedrijf en hem daar in de gelegenheid te stellen de overeengekomen werkzaamheden te
verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag of
gedeelte van een dag dat KCS in gebreke blijft aan dit vonnis te voldoen tot een maximum
van € 10.000,-;
- veroordeelt KCS tot betaling aan [eiser] van
- het loon van € 1.734,52 bruto per maand over het tijdvak van 11 juli 2007 tot 1 augustus
2007, te weten een bedrag van € 1.182,63 bruto exclusief vakantietoeslag en andere
emolumenten;.
- het loon van € 1.734,52 bruto per maand alsmede de vakantietoeslag en emolumenten
vanaf 1 augustus 2007 tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn
beëindigd;
- de wettelijke rente over de som van voornoemde bedragen met ingang van de datum
waarop de bedragen opeisbaar zijn en voor wat betreft de bedragen die nadien
opeisbaar worden vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van die bedragen tot aan de dag
der algehele voldoening;
- de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over het salaris, de vakantietoeslag en
emolumenten.
- veroordeelt KCS tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot en met
vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 84,31
vastrecht € 199,-
salaris gemachtigde € 500,-,
een en ander te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.833
ten name van MvJ arrondissement Haarlem onder vermelding van "proceskosten-
veroordeling" en het zaak- en rolnummer;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.M. van Wassenaer en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.