RAV 2023/65
Inzagevordering na bewijsbeslag. Wanneer is er sprake van ‘bepaalde bescheiden’ in de zin van art. 843a Rv en wanneer voldoen zoekwoorden aan het bepaaldheidsvereiste om beslagen data te doorzoeken?
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:830
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03969
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS713043:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:830, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1145, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑11‑2022
- Wetingang
Art. 843a Rv
Essentie
Inzagevordering na bewijsbeslag. Bepaalde bescheiden. Bepaalbaarheidsvereiste.
Wanneer is er sprake van ‘bepaalde bescheiden’ in de zin van art. 843a Rv en wanneer voldoen zoekwoorden aan het bepaaldheidsvereiste om beslagen data te doorzoeken?
Samenvatting
Eisers in cassatie zijn twee broers en bestuurders van een onderneming. Van 1 mei 2017 tot november 2017 was verweerder in cassatie in dienst bij eisers als teammanager operationele zaken. In die periode waren werknemers benaderd door een andere werknemer, die meldde dat eisers betrokken zouden zijn bij criminele activiteiten. Op 1 december 2017 ontvingen eisers een e-mail dat tegen hun onderneming een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.