RFR 2023/29
Geldigheid voorhuwelijks nihilbeding, cassatie in het belang der wet.
HR 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1724
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00950
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS689628:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1724, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:457, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2022
- Wetingang
Art. 1:158, 1:400 lid 2 BW
Essentie
Is het mogelijk om voorafgaand aan het huwelijk af te zien van partneralimentatie?
Reikwijdte art. 1:400 lid 2 BW en toepasselijkheid art. 1:158 BW. Hoge Raad komt niet terug van HR 7 maart 1980, NJ 1980/363.
Samenvatting
Partijen hebben voorafgaand aan hun huwelijk huwelijkse voorwaarden gemaakt. In deze huwelijkse voorwaarden is een nihilbeding opgenomen dat als volgt luidt: “De echtgenoten komen overeen dat er geen plicht tot betaling van partneralimentatie kan ontstaan en er eveneens geen recht op partneralimentatie kan ontstaan na het beëindigen van hun huwelijk.” De Rechtbank Rotterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.