NJB 2011, 1354
HR, 14-06-2011, nr. 10/02495
HR 14-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3804
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, Groos en Sterk
- Zaaknummer
10/02495
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BQ3804
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3804, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3804, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2011
- Wetingang
WWM art. 13
Essentie
Voorhanden hebben van een (nep)vuurwapen is er als iemand in meerdere of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van dat wapen. Hof en Hoge Raad hanteren deze definitie, maar komen tot averechtse uitkomsten
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep door het hof te Arnhem veroordeeld tot een geldboete van € 150 wegens handelen in strijd met art. 13 lid 1 WWM.
Ten laste van de verdachte werd in hoger beroep onder 3 bewezenverklaard dat: Hij op 26 mei 2004 te V gemeente T een wapen van categorie 1 onder 7e te weten een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.