RFR 2011/67
IPR. Wat is het toetsmoment voor vaststelling nauwe persoonlijke betrekking tussen met een andere vrouw gehuwde vader en kind als kind erkend is in het buitenland?
HR 11-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO7114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 februari 2011
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03397
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BO7114
- JCDI
JCDI:ADS908641:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO7114, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO7114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2009
- Wetingang
BW art. 1:204 lid 1 aanhef en sub e; Wet conflictenrecht afstamming art. 10
Essentie
IPR.
Kan een in het buitenland tot stand gekomen erkenning van een kind door een gehuwde man in Nederland worden erkend als niet op het moment dat de man het kind erkende door de rechtbank is vastgesteld dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de erkenner en het kind?
Samenvatting
Een Nederlandse man heeft in de periode dat hij gehuwd was in de Dominicaanse Republiek een kind erkend dat is geboren uit een andere vrouw dan zijn echtgenote. Enkele jaren later vroeg de man aan de rechtbank in Nederland een verklaring voor recht, dat tussen hem ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.