Hof 's-Hertogenbosch, 23-02-2007, nr. 20-003226-06
ECLI:NL:GHSHE:2007:AZ9284, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
23-02-2007
- Zaaknummer
20-003226-06
- LJN
AZ9284
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2007:AZ9284, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 23‑02‑2007; (Hoger beroep)
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2009:BH1476
Cassatie: ECLI:NL:HR:2009:BH1476, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Wetingang
- Vindplaatsen
NbSr 2007/137
Uitspraak 23‑02‑2007
Inhoudsindicatie
art. 97 Sv: onrechtmatige doorzoeking van de woning zonder toestemming van de bewoner. Door de hulpofficier van justitie te machtigen is de rechter-commissaris, naar het oordeel van het hof, voorbijgegaan aan de bepaling die is neergelegd in artikel 97 Sv. dat, wanneer een rechter-commissaris verhinderd is, allereerst de officier van justitie zelf is aangewezen om de doorzoeking te verrichten. De enkele omstandigheid dat de zaaksofficier van justitie niet de zoeking kon verrichten, betekent nog niet dat het de rechter-commissaris vrijstond om te bepalen dat een hulpofficier van justitie de doorzoeking zou doen. Voorts is niet gebleken dat het onmogelijk was om, in afwachting van de komst van de rechter-commissaris of de officier van justitie, de situatie overeenkomstig artikel 96 lid 2 Sv. te bevriezen. Zodanig onherstelbaar verzuim in de vergaring van de bedoelde bewijsmiddelen, dat bewijsuitsluiting dient te volgen.
Parketnummer: 20-003226-06
Uitspraak : 23 februari 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 23 augustus 2006, parketnummer 01-839142-06 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 01-033165-03, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in Huis van Bewaring Grave (Unit A + B) te Grave.
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep moet, blijkens de bij de appelakte gevoegde opgave van bezwaren en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, worden begrepen als uitdrukkelijk te zijn beperkt tot de veroordeling ter zake van hetgeen aan de verdachte onder 6, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17 en 19 is ten laste gelegd.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen, met dien verstande dat het gerechtshof hierna tevens voor de overige, door de eerste rechter bewezen verklaarde feiten, gelet op artikel 423, lid 4, van het Wetboek van Strafvordering, na te melden beslissing zal nemen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter - voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen - zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis - voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen - zal
worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - voorzover thans nog aan de orde - ten laste gelegd dat:
6.
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 31 maart 2006 tot en met
2 mei 2006 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, een autosleutel behorend bij
een personenauto (merk Audi) met kenteken [kenteken] heeft verworven, voorhanden
heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die autosleutel wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 maart 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres] heeft
weggenomen meerdere sleutels en/of een portemonnee inhoudende een hoeveelheid
geld en meerdere pasjes en/of een mobile messenger HPI en/of een
spiegelreflexcamera, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en /
of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en / of inklimming te weten het forceren van de
voordeur van voornoemde woning;
7.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, een gsm (merk Samsung) heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die gsm wist, althans redelijkerwijs
had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 januari 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres]
heeft weggenomen een Ipod en/of een gsm (merk Samsung) en/of een laptop en/of
een attachékoffer en/of een sieradenkistje met sieraden en/of een fotocamera
en/of een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming
te weten het forceren van een deur van voornoemde woning;
9.
hij op of omstreeks 10 april 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres] heeft
weggenomen een laptop en/of een monitor en/of dvd's en/of reservesleutels van
personenauto's en/of een videorecorder en/of een fotocamera en/of een
dvd-speler en/of een brief, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming
te weten het vernielen van een poort en/of het forceren van de achterdeur van
voornoemde woning;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, reservesleutels van personenauto's (merk
Opel en Toyota) en/of een brief heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van voornoemde reservesleutels en/of voornoemde brief wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
10.
hij in of omstreeks de periode van 21 januari 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, een motorfiets (merk Yamaha) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die motorfiets wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 21 januari 2006 tot en met
23 januari 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in /
uit een garage gelegen aan het [adres] heeft weggenomen een motorfiets
(merk Yamaha), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[benadeelde 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel
van braak, verbreking en / of inklimming te weten het forceren van voornoemde
garage;
11.
hij in of omstreeks de nacht van 30 april 2006 op 1 mei 2006 te Eindhoven
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan de
[adres] heeft weggenomen een zakhorloge en/of een videocamera en/of
een minidiskspeler en/of een geldkist met inhoud en/of een printer en/of een
I-pod en/of een spaarpot en/of een blikken doos en/of een horlogeband en/of
twee dozen en/of een adapter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming
te weten het forceren van de voordeur van voornoemde woning;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 30 april 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, een zakhorloge en/of een plastic beker met munten
en/of een videocamera en/of een fotoprinter heeft verworven, voorhanden heeft
gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde
van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat zakhorloge en/of die beker en/of
die videocamera en/of die fotoprinter wist(en), althans redelijkerwijs
had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren)
betrof;
13.
hij in of omstreeks de periode van 9 april 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, een osciloscoop heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die osciloscoop wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de nacht van 9 op 10 april 2006 te Son, gemeente Son en
Breugel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan
de [adres] heeft weggenomen een personal computer en/of een
beeldscherm en/of een osciloscoop en/of een laptop en/of een memorystick, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 7], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en / of inklimming te weten het vernielen van een venster van
voornoemde woning;
14.
hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, een ICI Paris pasje en/of een (nep)
Rolex-horloge heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van dat pasje en/of dat horloge wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 februari 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres] heeft
weggenomen een lcd-tv en/of drie afstandsbedieningen en/of een portemonnee
inhoudende pasjes en een hoeveelheid geld en/of een rijbewijs en/of een
scartkabel en/of een fotocamera en/of een videocamera en/of een laptop en/of
een i-pod en/of een gsm en/of een koffertje inhoudende een hoeveelheid
sieraden en/of een sieradenkistje en/of een hoeveelheid geld en/of een headset
en/of een bestek en/of een staatslot en/of meerdere inktcartridges en/of een
hoesje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel
van braak, verbreking en / of inklimming te weten het vernielen van een raam van
voornoemde woning;
15.
hij in of omstreeks de periode van 23 februari 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, een videocamera (merk Sony) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die videocamera wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf
verkregen goed betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 23 februari 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een
beeldscherm en/of meerdere dvd's en/of een afstandsbediening en/of een
personal computer en/of een beeldscherm en/of een muis en/of een toetsenbord
en/of een fotocamera en/of een videocamera en/of een beamer en/of een
attachékoffer en/of een hoeveelheid kristal en/of sieraden en/of een dekbed
en/of parfum en/of een sigarettenetui en/of toiletartikelen en/of after-shave
en/of twee aanstekers en/of shag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [benadeelde 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming
te weten het forceren van de voordeur van voornoemde woning;
16.
hij in of omstreeks de periode van 9 februari 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, een camcorder (merk Panasonic) en/of een
herenhorloge (merk Diesel) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die camcorder en/of dat herenhorloge wist(en),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 9 februari 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een woning gelegen aan de [adres] heeft
weggenomen een hoeveelheid geld en/of een fotocamera en/of een i-pod en/of een
gsm en/of een videocamera en/of meerdere horloges en/of een hoeveelheid
kristal en/of een hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [benadeelde 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming
te weten het forceren van een poort en/of een raam van voornoemde woning;
17.
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2006 tot en met 2 mei 2006 te
Eindhoven, in elk geval in Nederland, een kassalade heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die kassalade wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed betrof;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de nacht van 14 op 15 februari 2006 te Eindhoven tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een bedrijfspand gelegen aan de
[adres] heeft weggenomen een kassalade met geld, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 11], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en / of inklimming te weten het forceren van een deur van voornoemd
bedrijfspand;
19.
hij op of omstreeks 18 april 2006 te Eindhoven tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit een personenauto (merk Peugeot) heeft weggenomen een
lederen handtas (kleur zwart) met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [benadeelde 12], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming
te weten het inslaan van een portierraam van voornoemde personenauto.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat bij gebrek aan voldoende wettige bewijsmiddelen niet kan worden bewezen dat verdachte het onder 6, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17 en 19 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan wordt vrijgesproken.
Met betrekking tot de feiten 6, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16 en 17 heeft de raadsman betwist dat er sprake was van toestemming van de vriendin van verdachte, [betrokkene], tot doorzoeking van de woning [adres]a te Eindhoven, zoals in het aanvullend proces-verbaal van brigadier [verbalisant 1] d.d. 5 januari 2007 is gemeld. De raadsman heeft voorts aangevoerd dat de doorzoeking ter inbeslagneming in genoemde woning op 2 mei 2006 in strijd met artikel 97 van het Wetboek van Strafvordering heeft plaatsgevonden, nu deze onder leiding van een hulpofficier van justitie stond en de rechter-commissaris daarbij niet aanwezig was. In de visie van de raadsman was er geen sprake van een dringende noodzaak waarom de komst van de rechter-commissaris of de officier van justitie niet kon worden afgewacht. De raadsman heeft verzocht om uitsluiting van het bewijs van alle in de woning van verdachte aangetroffen goederen.
Het hof heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de brigadier van regiopolitie Brabant Zuid-Oost, [verbalisant 1], d.d. 5 januari 2007, waarin wordt gerelateerd dat de vriendin van verdachte, [betrokkene], op 2 mei 2006 desgevraagd toestemming gaf tot het doorzoeken van haar woning [adres]a te Eindhoven. Het hof stelt vast, dat genoemd proces-verbaal pas geruime tijd nadien (ruim 8 maanden) is opgemaakt, terwijl de verbalisant niets vermeldt omtrent de reden van deze late vastlegging. Met de in dat proces-verbaal gestelde toestemming van de bewoonster is naar het oordeel van het hof niet te rijmen, dat van die toestemming niet eerder gewag is gemaakt, zoals in het door [verbalisant 1] en andere verbalisanten opgemaakt proces-verbaal van de doorzoeking d.d. 3 mei 2006 (dossierpagina 36) en het door [verbalisant 1] opgemaakte ambtelijke verslag d.d. 7 juli 2006 (pagina 21-22 van dat verslag).
Het hof is voorts van oordeel, dat genoemd proces-verbaal van 5 januari 2007 in strijd met het in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering bepaalde niet ten spoedigste is opgemaakt. Mede gelet op de verklaring van [betrokkene] ter terechtzitting in hoger beroep, inhoudende dat zij beslist geen toestemming tot de doorzoeking heeft verleend, alsmede het belang van een zo spoedig mogelijke duidelijkheid van de zijde van een opsporingsambtenaar omtrent zijn bevindingen hieromtrent, ziet het hof aanleiding om bij de beantwoording van de vraag of door [betrokkene] toestemming tot de doorzoeking is verleend geen doorslaggevende betekenis toe te kennen aan het proces-verbaal van de brigadier [verbalisant 1] d.d. 5 januari 2007. Dit brengt mee, dat de op 2 mei 2006 door de hulpofficier van justitie verrichte doorzoeking van de woning [adres]a te [woonplaats] geacht wordt te zijn geschied zonder toestemming van de bewoner.
Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal is het hof met de raadsman van oordeel dat de doorzoeking van de woning van verdachte onrechtmatig is geschied. Het hof is daartoe het volgende gebleken.
Verdachte is op 2 mei 2006 om 00.45 uur aangehouden. Op 2 mei 2006 om 12.35 uur heeft de politie de woning van de verdachte aan de [adres] te [woonplaats] doorzocht op grond van artikel 97 van het Wetboek van Strafvordering. Daaraan voorafgaande heeft de officier van justitie op basis van artikel 110 van het Wetboek van Strafvordering mondeling aan de rechter-commissaris verzocht doorzoeking ter inbeslagneming in de woning van verdachte te verrichten, welk verzoek de officier van justitie op 4 mei 2006 schriftelijk heeft gemotiveerd. De rechter-commissaris heeft de officier van justitie op 2 mei 2006 mondeling de toezegging gedaan de doorzoeking te zullen verrichten. Vervolgens heeft de rechter-commissaris dezelfde dag mondeling de hulpofficier van justitie gemachtigd de doorzoeking buiten haar aanwezigheid te verrichten, hetgeen bij beschikking van 10 mei 2006 schriftelijk is bekrachtigd.
Uit de beschikking van de rechter-commissaris d.d. 10 mei 2006 is het hof gebleken dat de rechter-commissaris de hulpofficier van justitie op 2 mei 2006 mondeling heeft gemachtigd de doorzoeking buiten haar aanwezigheid te verrichten, nu het voor haar onmogelijk was het kabinet van de rechter-commissaris te verlaten en de officier van justitie tevens in verband met werkzaamheden was verhinderd. Door de hulpofficier van justitie te machtigen is de rechter-commissaris, naar het oordeel van het hof, voorbijgegaan aan de bepaling die is neergelegd in artikel 97 van het Wetboek van Strafvordering. Deze bepaling houdt in dat, wanneer een rechter-commissaris verhinderd is, allereerst de officier van justitie zelf is aangewezen om de doorzoeking te verrichten. Blijkens de wetsgeschiedenis dient zoveel mogelijk te worden bevorderd dat doorzoekingen geschieden door de eerstaangewezen functionarissen (de rechter-commissaris respectievelijk de officier van justitie). De rechter-commissaris heeft overwogen, dat “de officier van justitie” in verband met werkzaamheden verhinderd was de doorzoeking te verrichten. Gelet op de inhoud van het procesdossier heeft de rechter-commissaris hierbij de zaaksofficier van justitie voor ogen gehad. De enkele omstandigheid dat de zaaksofficier van justitie op 2 mei 2006 niet de zoeking kon verrichten, betekent nog niet dat het de rechter-commissaris vrijstond om te bepalen dat een hulpofficier van justitie de doorzoeking zou doen. Het hof vermag niet in te zien, dat geen enkele collega officier van justitie (van het relatief grote Bossche arrondissementsparket) in de gelegenheid was om de zaaksofficier van justitie te vervangen. Bovendien zal de organisatie van een parket zodanig moeten zijn, dat voor het optreden in spoedgevallen een officier van justitie beschikbaar is. Voorts is niet gebleken dat het onmogelijk was om, in afwachting van de komst van de rechter-commissaris of de officier van justitie, de situatie overeenkomstig artikel 96 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering te bevriezen. Gelet op de parlementaire geschiedenis strekt het in artikel 97 van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing verklaren van artikel 96 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering ertoe de gevallen waarin de komst van de rechter-commissaris respectievelijk de officier van justitie niet kan worden afgewacht, te beperken (Kamer 1994/1995, ontwerp 23251, nr 9, p. 14). De rechter-commissaris heeft derhalve op onjuiste gronden de hulpofficier van justitie gemachtigd, zodat de doorzoeking van de woning van verdachte onrechtmatig is geschied en het bewijs, te weten het tijdens deze doorzoeking aantreffen van de op genoemde feiten betrekking hebbende goederen, onrechtmatig is verkregen. Het hof is, gelet op het belang dat het geschonden voorschrift dient, van oordeel dat er sprake is van een zodanig onherstelbaar verzuim in de vergaring van de bedoelde bewijsmiddelen, dat bewijsuitsluiting dient te volgen.
Met betrekking tot feit 19 is het hof van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de tas, waarmee getuige/verbalisant [verbalisant 2] de verdachte en zijn medeverdachte in het park heeft zien lopen, dezelfde tas is als de tas die in de aangifte is genoemd en waarvan de inhoud een dag later in de bossages, waar de mannen zich hadden opgehouden, is aangetroffen. Het hof heeft daarbij niet alleen de discrepantie in de tijdstippen tussen de waarnemingen van [verbalisant 2] en de aangifte van [benadeelde 12] in aanmerking genomen, maar ook de omstandigheid dat [verbalisant 2] direct nadat hij de mannen gezien had in dezelfde bossages uitgebreid (ruim 15 minuten) naar de tas heeft gezocht en daarbij kennelijk niets bijzonders heeft aangetroffen.
Op te leggen straf of maatregel
Het hof zal, gelet op artikel 423, lid 4, van het Wetboek van Strafvordering, een straf bepalen ten aanzien van de niet aan zijn oordeel onderworpen door de eerste rechter bewezen verklaarde feiten.
Bij de bepaling van deze straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met:
- de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de grote materiële schade en de onrust in de plaatselijke gemeenschap die het gevolg zijn van de door verdachte gepleegde woninginbraken;
- de omstandigheid dat de verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld;
- het gegeven dat verdachte de onderhavige feiten heeft gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling.
De vordering tot tenuitvoerlegging is niet aan het oordeel van hof onderworpen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 6, 7, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 17 en 19 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt de aan de veroordeelde opgelegde hoofdstraf voor de niet aan het oordeel van het hof onderworpen bewezen verklaarde en gekwalificeerde feiten, bij inleidende dagvaarding onder parketnummer 01-839142-06, op 15 maanden gevangenisstraf, onvoorwaardelijk, met aftrek als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van de tenuitvoerlegging van de onvoorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf.
Aldus gewezen door
mr. J.M.W.M. van den Elzen, voorzitter,
mr. N.J.L.M. Tuijn en mr. M. Malsch,
in tegenwoordigheid van mw. C.M. Sweep, griffier,
en op 23 februari 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Malsch is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.