NJFS 2008, 144
Hof Amsterdam, 13-05-2008, nr. 23-006801-07
Hof Amsterdam 13-05-2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BD2227
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
13 mei 2008
- Magistraten
Mrs. J.D.L. Nuis, M. Gonggrijp-van Mourik, P.J. Baauw
- Zaaknummer
23-006801-07
- LJN
BD2227
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2008:BD2227, Uitspraak, Hof Amsterdam, 13‑05‑2008
- Wetingang
Sv art. 126ij, 152, 359a
Essentie
Opsporingsbevoegdheden; pseudodienstverlening. Het volgen van een met cocaïne aangehouden medeverdachte om verdachte te traceren leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het OM of bewijsuitsluiting.
Samenvatting
Nadat de medeverdachte was aangehouden met cocaïne in zijn koffer, heeft hij, na toestemming van de OvJ en onder voortdurende observatie, vrijwillig contact gezocht met en de koffer overgedragen aan verdachte. Alles is geverbaliseerd en in het dossier gevoegd, waardoor de gang van zaken voor alle partijen in de strafzaak transparant was. Het OM is ontvankelijk. Reeds omdat geen sprake was van een vormverzuim cfm art. 359a Sv, is er geen reden voor bewijsuitsluiting. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.