RvdW 2014/493
Ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 11-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:531
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02181
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:531, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:117, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2014
Essentie
Ontvankelijkheid cassatieberoep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 23 januari 2013, nummer 23/004322-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. M. van Kuilenburg, te Amstelveen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het cassatieberoep richt zich tegen een beslissing van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 januari 2013. Er is een schriftuur houdende vier middelen van cassatie ingekomen.
2.
Primair stel ik mij op het standpunt dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is. Immers blijkens de akte van cassatie is tegen het op tegenspraak gewezen arrest van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.