RFR 2004, 29
Huwelijksvermogensrecht. Hoe moet er tussen ex-echtelieden worden afgerekend, wanneer in hun huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen en er ten laste van het verrekenbare inkomen is afgelost op de hypotheekschuld van de echtelijke woning?
Hof Arnhem 10-08-2004, ECLI:NL:GHARN:2004:AR4557
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
10 augustus 2004
- Magistraten
Mrs. P.H. van Ginkel, B.M. Mens, J. Wesseling-Lubberink
- Zaaknummer
2003/866
- LJN
AR4557
- JCDI
JCDI:ADS871561:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARN:2004:AR4557, Uitspraak, Hof Arnhem, 10‑08‑2004
- Wetingang
BW art. 1:141 lid 1 jo.; BW art. 1:136
Essentie
Hoe moet er tussen ex-echtelieden worden afgerekend, wanneer in hun huwelijkse voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen en er ten laste van het verrekenbare inkomen is afgelost op de hypotheekschuld van de echtelijke woning?
Samenvatting
Op 12 februari 1973 (huwelijksdatum: 14 december 1972) is aan de man de woning geleverd, die de man vóór de huwelijkssluiting had gekocht en die partijen als echtelijke woning hebben gebruikt. De koopsom van de woning bedroeg ƒ 35 500 en is gefinancierd met een hypothecaire geldlening van ƒ 40 700. Op 2 augustus 1974 is de hypothecaire geldlening verhoogd tot ƒ 70 320, op 27 januari 1978 tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.