Hof Arnhem, 30-06-1989

Documentgegevens:

Hof Arnhem 30-06-1989, ECLI:NL:GHARN:1989:AD0852

Instantie: Hof Arnhem
Datum: 30 juni 1989
Magistraten: Van Slooten, Sinia, Machielse
Zaaknummer: [1989-06-30/NJ_64351]
LJN: AD0852
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:GHARN:1989:AD0852, Uitspraak, Hof Arnhem, 30‑06‑1989
Wetingang: Sv art. 338; Sv art. 339; Sv art. 340; Sv art. 341; Sv art. 342; Sv art. 343; Sv art. 344

Essentie

Voor de vaststelling van de rechtmatigheid van het bewijs is het nodig dat de Nederlandse rechter dient te kunnen nagaan of een pseudokoop in een buitenlandse fase zodanig onder controle van de buitenlandse autoriteiten is geschied, dat voldaan is aan de in Nederland geldende maatstaven.

Uitspraak

De raadsvrouw van verdachte (M.E.B.; Red.) heeft ter terechtzitting aangevoerd dat opsporing, vervolging en behandeling ter terechtzitting hebben plaatsgevonden in strijd met de beginselen van art. 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), zodat het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.