HR, 13-06-2017, nr. 16/02647 B
ECLI:NL:HR:2017:1090
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13-06-2017
- Zaaknummer
16/02647 B
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:1090, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑06‑2017; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:447, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2017:447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2017
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1090, Gevolgd
- Vindplaatsen
Uitspraak 13‑06‑2017
Inhoudsindicatie
Beschikking, beslag i.h.k.v. Duits rechtshulpverzoek in woning van klager op registermappen en twee ordners waarbij een foto is gemaakt van een brief van een Duitse advocaat. Vordering tot het verlenen van verlof ex art. 552p Sv. Middel: Gegrondbevinding van middelen in klaagschriftprocedure brengt mee dat beschikking in verlofprocedure niet in stand kan blijven. HR: art. 81.1 RO onder verwijzing naar beschikking in samenhangende zaak 16/02321 Bv (verwerping).
Partij(en)
13 juni 2017
Strafkamer
nr. S 16/02647 B
ABO/NA
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 6 april 2016, nummer RK 15/554, betreffende het verlenen van verlof als bedoeld in art. 552p, tweede lid, Sv in de zaak van:
[klager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft M.M.A.J. Goris, advocaat te Almelo, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, - en de heden uitgesproken beschikking in de zaak 16/02321, ECLI:NL:HR:2017:1070 - geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 juni 2017.
Conclusie 18‑04‑2017
Inhoudsindicatie
Beschikking, beslag i.h.k.v. Duits rechtshulpverzoek in woning van klager op registermappen en twee ordners waarbij een foto is gemaakt van een brief van een Duitse advocaat. Vordering tot het verlenen van verlof ex art. 552p Sv. Middel: Gegrondbevinding van middelen in klaagschriftprocedure brengt mee dat beschikking in verlofprocedure niet in stand kan blijven. HR: art. 81.1 RO onder verwijzing naar beschikking in samenhangende zaak 16/02321 Bv (verwerping).
Nr. 16/02647 B Zitting: 18 april 2017 | Mr. A.E. Harteveld Conclusie inzake: [klager] 1. |
De rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, heeft bij beschikking van 6 april 2016 het door de officier van justitie gevorderde verlof als bedoeld in art. 552p lid 2 Sv verleend, met dien verstande dat bij de afgifte aan de buitenlandse autoriteiten wordt bedongen dat de stukken zullen worden teruggezonden zodra daarvan het voor de strafvordering nodige gebruik is gemaakt.
Namens de klager heeft mr. M.M.A.J. Goris, advocaat te Almelo, cassatieberoep ingesteld en een schriftuur ingediend.
In het middel wordt gewezen op de twee ingediende cassatiemiddelen in de samenhangende beslagzaak van de klager met zaaknummer 16/02321 B (art. 552a Sv-procedure). Het middel berust op de stelling dat gegrondbevinding van (één van) de cassatiemiddelen in de klaagschriftprocedure meebrengt dat ook de beschikking in de onderhavige verlofprocedure niet in stand kan blijven.2.
3.1. In de samenhangende zaak heb ik vandaag geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. Dat leidt er toe dat in de onderhavige zaak het middel faalt.
4. Gronden voor ambtshalve cassatie heb ik niet aangetroffen.
5. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 18‑04‑2017
Vgl. 5 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1110.