WR 2019/81
Renovatie – verhuis- en inrichtingskosten: aanspraak op minimumbijdrage verhuiskostenvergoeding; gemaakte verhuiskosten geen of minder dan forfaitaire bedrag
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
15 januari 2019
- Magistraten
Mrs. H. de Hek, O.E. Mulder, W.A. Zondag
- Zaaknummer
200.218.322/01
- Noot
mr. R.A. Veldman
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS55585:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2019:288, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 15‑01‑2019
- Wetingang
(art. 7:220 lid 2, 5-7 en art. 6:248 BW)
Essentie
Renovatie – verhuis- en inrichtingskosten: aanspraak op minimumbijdrage verhuiskostenvergoeding; gemaakte verhuiskosten geen of minder dan forfaitaire bedrag
Samenvatting
Het recht op een bijdrage in de verhuiskosten bij renovatie op grond van 7:220 BW is van dwingendrechtelijke aard, zodat partijen daarvan niet in een onderlinge regeling kunnen afwijken. Het is niet zo dat huurder geen aanspraak heeft op de verhuiskostenvergoeding, omdat hij geen verhuiskosten heeft gemaakt. Het is niet aannemelijk dat huurder geen verhuiskosten heeft gemaakt. Uitgangspunt is dat een verhuizing altijd met enige kosten en inspanningen gepaard gaat, ook als geen professionele verhuizer wordt ingeschakeld. Huurder ...