AB 2004, 449
Misbruik van economische machtspositie; bestuurlijke boete; procesbelang.
CBb 28-05-2004, ECLI:NL:CBB:2004:AP1336, m.nt. G.J.M. Cartigny
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
28 mei 2004
- Magistraten
Mrs. Roemers, Kuiper, Heijs
- Zaaknummer
AWB03/76
- Noot
G.J.M. Cartigny
- LJN
AP1336
- JCDI
JCDI:ADS868886:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2004:AP1336, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 28‑05‑2004
- Wetingang
Mededingingswet art. 24; Mededingingswet art. 57; Elektriciteitswet 1989 art. 2; Elektriciteitswet 1989 art. 15; Elektriciteitswet 1989 art. 34; Elektriciteitswet 1989 art. 37; Elektriciteitswet 1989 art. 41; Elektriciteitswet 1989 art. 45; Elektriciteitswet 1989 art. 47; Elektriciteitswet 1989 art. 48
Essentie
Misbruik van economische machtspositie; bestuurlijke boete; procesbelang.
Samenvatting
Bij de vaststelling van de hoogte van boetes dienen onder meer de gezamenlijke regelingen en economische omstandigheden waaronder het gewraakte gedrag heeft plaatsgevonden, in aanmerking te worden genomen (CBB 12 maart 2004, AWB 03/916 en 03/946). In dit verband is van betekenis dat de E-wet 1989 heeft voorzien in een marktordening waarbij de overheid op afstand blijft en het aan SEP is samen met de vergunninghouders, zijnde haar vier aandeelhouders, zorg te dragen voor de landelijke, openbare elektriciteitsvoorziening. Daartoe dient SEP tweejaarlijks een elektriciteitsplan voor de ontwikkeling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.