Computerrecht 2004, 30
CBb, 03-12-2003, nr. 03/418, nr. 03/425, nr. 03/406
CBb 03-12-2003, ECLI:NL:CBB:2003:AO1112, m.nt. R. van den Hoven van Genderen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
3 december 2003
- Magistraten
D. Roemers, C.M. Walters en W.E. Doolaard
- Zaaknummer
03/418
03/425
03/406
- Noot
R. van den Hoven van Genderen
- LJN
AO1112
- JCDI
JCDI:ADS875474:1
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2003:AO1112, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 03‑12‑2003
Essentie
Telecommunicatie
Partij(en)
- 1.
Canal+ Nederland B.V. (Canal+), te Hilversum, gemachtigden: mr. P. Burger en mr. E. Dommering, beiden advocaat te Amsterdam,
- 2.
Kabeltelevisie Amsterdam B.V., h.o.d.n. UPC Nederland BV (UPC), te Amsterdam, gemachtigde: mr. P. Glazener, advocaat te Amsterdam,
- 3.
Onafhankelijke post en telecommunicatie autoriteit (OPTA), te Den Haag, gemachtigde: mr. G.H.L. Weesingh, advocaat te Amsterdam, appellanten,
tegen
de uitspraak van de rechtbank te Rotterdam van 26 februari 2003, reg.nrs. TELEC 99/2658 RIP, TELEC 99/2712 RIP, TELEC 00/509 RIP, TELEC 00/1910 RIP, TELEC 02/894 RIP, TELEC 02/1070 RIP, in de gedingen tussen OPTA en UPC en tussen OPTA ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.