AB 2004, 56:Voorzieningenrechter; taxivervoer zonder — eigen — vergunning; wel vergunningbewijs — tegen betaling — van ander bedrijf; last onder dwangsom; hoogte dwangsom; disproportioneel hoog?; algemene afwegingen; geen onderzoek in concreto; twijfel; spoedeisend belang?; geen voorlopige voorziening.

AB 2004, 56

Voorzieningenrechter; taxivervoer zonder — eigen — vergunning; wel vergunningbewijs — tegen betaling — van ander bedrijf; last onder dwangsom; hoogte dwangsom; disproportioneel hoog?; algemene afwegingen; geen onderzoek in concreto; twijfel; spoedeisend belang?; geen voorlopige voorziening.

Documentgegevens:

CBb 31-10-2003, ECLI:NL:CBB:2003:AO1032, m.nt. J.H. van der Veen

Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum: 31 oktober 2003
Magistraten: Winter
Zaaknummer: AWB03/1117
Noot: J.H. van der Veen
LJN: AO1032
JCDI: JCDI:ADS868799:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:CBB:2003:AO1032, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 31‑10‑2003
Wetingang: Wbbo art. 18 lid 3; WPV 2000 art. 4; WPV 2000 art. 93; WPV 2000 art. 105; Awb art. 5:32; Awb art. 8:81

Essentie

Samenvatting

Geen aanleiding om verweerder bij wege van voorlopige voorziening op te dragen verzoeker te behandelen als ware hij in het bezit van een taxivergunning.

Naar voorlopig oordeel is er voor legalisering van de bestaande illegale situatie geen ruimte.

Op grond van de uit art. 5:32 lid 4 Awb voortvloeiende maatstaven geldt slechts de beperking dat het bedrag van de dwangsom niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.