NJB 2009, 1293
ABRvS, 17-06-2009, nr. 200901365/2/H2
ABRvS 17-06-2009, ECLI:NL:RVS:2009:BI8475
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
17 juni 2009
- Magistraten
Mrs. Polak, Lubberdink en Claessens
- Zaaknummer
200901365/2/H2
- LJN
BI8475
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2009:BI8475, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 17‑06‑2009
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Redelijke termijn. Geen aanspraak op immateriële schadevergoeding bestaat in de situatie waarin de behandelingsduur in de bezwaarfase te lang is geweest maar het geschil daarna niet aan de rechter is voorgelegd.
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van:
appellante
tegen
de staatssecretaris van Justitie.
Uitspraak
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 november 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een verzoek van [appellante] (…) om het toekennen van een schadevergoeding afgewezen.
Bij besluit van 20 maart 2008 heeft de staatssecretaris het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 27 januari 2009, verzonden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.