NJB 2008, 351
ABRvS, 23-01-2008, nr. 200704586/1
ABRvS 23-01-2008, ECLI:NL:RVS:2008:BC2515
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
23 januari 2008
- Magistraten
Mrs. an Wagtendonk, Mouton en Van Altena
- Zaaknummer
200704586/1
- LJN
BC2515
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2008:BC2515, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 23‑01‑2008
- Wetingang
Awb art. 8:42; Wet Veiligheidsonderzoeken art. 1; Wet Veiligheidsonderzoeken art. 4; Wet Veiligheidsonderzoeken art. 7; Wet Veiligheidsonderzoeken art. 8; Wet Veiligheidsonderzoeken art. 9; Wet Veiligheidsonderzoeken art. 10; Beleidsregel vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken op de burgerluchthavensart. 1
Essentie
De door de Minister van Justitie geparafeerde conceptbeslissing is een op de zaak betrekking hebbend stuk als bedoeld in art. 8:42 Awb. In hoger beroep alsnog getoond en in orde gebleken. In zoverre is de grondslag van de vernietiging komen te vervallen.
Blijkens de wetsgeschiedenis is voor een herhaald veiligheidsonderzoek een nieuwe schriftelijke instemming van betrokkene niet vereist.
Bij de beoordeling of onvoldoende waarborgen aanwezig zijn, komt de minister beoordelingsvrijheid toe die door de rechter terughoudend dient te worden getoetst. De omstandigheden waaronder het strafbare feit zijn gepleegd worden geacht door het Openbaar Ministerie te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.