AB 2006, 295
Risico onmenselijke behandeling bij uitzetting van asielzoeker; effectief rechtsmiddel; ongedocumenteerden; geloofwaardigheid; marginale toetsing; Ex nunc toetsing EHRM.
ABRvS 15-06-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AX8971, m.nt. H. Battjes
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
15 juni 2006
- Zaaknummer
200602132/1
200602135/1
- Noot
H. Battjes
- LJN
AX8971
- JCDI
JCDI:ADS867601:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2006:AX8971, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 15‑06‑2006
- Wetingang
EVRM art. 3; EVRM art. 13; Vw 2000 art. 31 lid 2; Vc C1/1.2; Vc C1/3.2.2; Vc C1/3.2.3
Essentie
Risico onmenselijke behandeling bij uitzetting van asielzoeker; effectief rechtsmiddel; ongedocumenteerden; geloofwaardigheid; marginale toetsing; Ex nunc toetsing EHRM.
Samenvatting
De jurisprudentie van het EHRM geeft geen grond voor het oordeel dat een — onder omstandigheden op bepaalde punten terughoudende — toetsing door de rechter op rechtmatigheid van het oordeel van de minister over de geloofwaardigheid van het asielrelaas, waar dat niet met bewijsmiddelen is gestaafd, zich niet met art. 13, gelezen in samenhang met art. 3 EVRM verdraagt. Van een situatie, waarin Nederland de margin of discretion overschrijdt, is dan ook geen sprake. De Nederlandse bestuursrechter hoeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.