AB 2005, 288
Voorwaarde verbonden aan vrijstelling vormt een beperking van de aanvraag om bouwvergunning.
ABRvS 25-05-2005, ECLI:NL:RVS:2005:AT6146, m.nt. A.G.A. Nijmeijer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
25 mei 2005
- Magistraten
Mrs. Van Dijk, Van Angeren, Horstink-von Meyenfeldt
- Zaaknummer
200407853/1
- Noot
A.G.A. Nijmeijer
- LJN
AT6146
- JCDI
JCDI:ADS867406:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Bouwrecht / Woonrecht
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2005:AT6146, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 25‑05‑2005
- Wetingang
WRO art. 19 lid 2; Woningwet art. 40; Woningwet art. 44
Essentie
Voorwaarde verbonden aan vrijstelling vormt een beperking van de aanvraag om bouwvergunning.
Samenvatting
Bij besluit van 12 juli 2002 heeft het college aan wederpartij, onder verlening van vrijstelling op de voet van art. 19 lid 2 WRO, bouwvergunning verleend voor het oprichten van een woonhuis onder de voorwaarde dat een maximale goothoogte van 6,90 meter boven het maaiveld (6,30 meter + peil) moet worden aangehouden. Op de bij de bouwvergunning behorende tekening is een goothoogte van 6,70 meter + peil vermeld. Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat de voorwaarde vermeld in het besluit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.