AB 2005, 141
Begijnhof niet openbaar in de zin van de Wegenwet; voetpaden ter plaatse wegen in de zin van de Wegenwet?; bevoegdheid tot handhaving op grond van art. 16 Wegenwet; herroeping/vernietiging primair besluit.
ABRvS 08-12-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AR7075, m.nt. J.H.A. van der Grinten
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
8 december 2004
- Magistraten
Mrs. Van den Brink, Van Altena, Diepenbeek
- Zaaknummer
200402690/1
- Noot
J.H.A. van der Grinten
- LJN
AR7075
- JCDI
JCDI:ADS867228:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2004:AR7075, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 08‑12‑2004
- Wetingang
Wegenwet art. 4; Wegenwet art. 6; Wegenwet art. 16; Awb art. 6:19 lid 3; Awb art. 8:72
Essentie
Begijnhof niet openbaar in de zin van de Wegenwet; voetpaden ter plaatse wegen in de zin van de Wegenwet?; bevoegdheid tot handhaving op grond van art. 16 Wegenwet; herroeping/vernietiging primair besluit.
Samenvatting
De Afdeling stelt voorop dat de voetpaden in en als onderdeel van het Begijnhof geen (algemene) verkeersrechtelijke betekenis hebben in die zin dat zij een verbinding vormen om zich van de ene plaats naar de andere te begeven. De voetpaden moeten worden beschouwd als op het eigen terrein gelegen paden die de gebruikers van het Begijnhof (slechts) leiden naar de daarin aanwezige bebouwing. In zoverre onderscheiden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.