AB 2004, 444
Nieuwe formulering beginselplicht tot handhaving; vaststelling omvang overtreding; machtsvereiste; hoogte dwangsom; motivering voor keuze last onder dwangsom; verlenging begunstigingstermijn; beoordeling in beroep ex nunc.
ABRvS 11-08-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ6637, m.nt. F.R. Vermeer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
11 augustus 2004
- Magistraten
Mr. Lubberdink
- Zaaknummer
200305650/1
- Noot
F.R. Vermeer
- LJN
AQ6637
- JCDI
JCDI:ADS867122:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2004:AQ6637, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 11‑08‑2004
- Wetingang
Awb art. 3:4 lid 2; Awb art. 5:32; Awb art. 6:18; Awb art. 6:19
Essentie
Nieuwe formulering beginselplicht tot handhaving; vaststelling omvang overtreding; machtsvereiste; hoogte dwangsom; motivering voor keuze last onder dwangsom; verlenging begunstigingstermijn; beoordeling in beroep ex nunc.
Samenvatting
Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.