AB 2003, 129
Ambtshalve toetsing aan de EG-IPPC-richtlijn.
ABRvS 19-02-2003, ECLI:NL:RVS:2003:AF4694, m.nt. J.M. Verschuuren
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
19 februari 2003
- Magistraten
Brink, Oosting, Borstlap
- Zaaknummer
200204623/1
- Noot
J.M. Verschuuren
- LJN
AF4694
- JCDI
JCDI:ADS866895:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2003:AF4694, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 19‑02‑2003
- Wetingang
WMb art. 8.4; Iav art. 8 lid 4; EG-Richtlijn nr. 96/61 art. 9 lid 3; EG-Richtlijn nr. 96/61 art. 9 lid 4
Essentie
Ambtshalve toetsing aan de EG-IPPC-richtlijn.
Samenvatting
Weliswaar heeft verweerder gesteld dat het beroep van appellanten niet-ontvankelijk is voor zover het de beroepsgronden inzake de IPPC-richtlijn betreft, maar nu dit een ambtshalve te beoordelen aspect is, zal de Afdeling hierop ingaan. Art. 9 lid 4 IPPC-richtlijn heeft rechtstreekse werking. BREF-documenten kunnen geen afbreuk doen aan de bepalingen van de richtlijn. Vleeskuikens gehouden in traditionele stallen. Onvoldoende onderzocht of het vergunde stalsysteem en de daarmee in feite vergunde emissie is gebaseerd op de beste beschikbare techniek met inachtneming van de technische kenmerken en de geografische ligging van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.