AB 2003, 104
Omvang geding in hoger beroep; dictum rechtbank onjuist wegens onjuiste gronden.
ABRvS 20-11-2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF0860, m.nt. N. Verheij
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 november 2002
- Magistraten
Hirsch Ballin, Offers, Van Ettekoven
- Zaaknummer
200200418/1
- Noot
N. Verheij
- LJN
AF0860
- JCDI
JCDI:ADS866803:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2002:AF0860, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑11‑2002
- Wetingang
RVS art. 37; RVS art. 42; Wet Tegemoetkoming Schade bij Rampen en Zware Ongevallen art. 4 lid 1 onder e
Essentie
Omvang geding in hoger beroep; dictum rechtbank onjuist wegens onjuiste gronden.
Samenvatting
Voorop moet worden gesteld dat, nu U. zelf geen hoger beroep heeft ingesteld, de omvang van het hoger beroep wordt bepaald door het hoger beroep van appellant. Voor zover hetgeen U. in zijn memorie van grieven heeft aangevoerd daarop geen betrekking heeft, laat de Afdeling dit buiten beschouwing.
De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover daarbij is bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit neemt met inachtneming van hetgeen de rechtbank heeft overwogen. De Afdeling zal doen hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.